This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefentoets -
Wat wil je kopen?
Slide 1 - Slide
Welke begrippen weet je nog over heel het hoofdstuk?
Slide 2 - Mind map
Hoe noemen we behoeften die je in je leven nodig hebt? (zoals wonen, kleding, eten)
A
Basisbehoeften
B
Tweede behoeftes
C
Eerste behoeften
D
Overige behoeften
Slide 3 - Quiz
Noem een voorbeeld van overige behoeften.
Slide 4 - Open question
GEBRUIKSGOEDEREN
VERBRUIKSGOEDEREN
Afwasmachine
Schaar
Schoolboek
Inkt
Shampoo
Vaatwasmiddel
Slide 5 - Drag question
Wat is een consument?
Slide 6 - Open question
Met een vriendin koop je een milkshake voor €2,50, twee ijsjes van €2,25 per stuk, een cola voor €1,75 en een zak chips voor €1,65 Hoeveel geef je gemiddeld uit per persoon?
Slide 7 - Open question
Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
budget
C
Leeftijd
D
geslacht
Slide 8 - Quiz
Via Instagram vindt ook beïnvloeding plaats. Wanneer een vriend via Insta laat weten wat hij heeft gekocht dan is dat een voorbeeld van:
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding
Slide 9 - Quiz
Yola maakt bijna al haar kleding zelf. Ze vindt het leuk en hoeft er niet veel geld aan uit te geven.
Hoe noem je het als je zelf dingen maakt voor je eigen gebruik?
Slide 10 - Open question
Als jij een bepaald merk telefoon wilt omdat jouw vriendin die ook heeft, noemen we dit....
Slide 11 - Open question
De prijs van een t-shirt is €19. In de uitverkoop krijg je 65% korting.
Bereken de prijs in de uitverkoop.
Slide 12 - Open question
Maud heeft een maandbegroting gemaakt. Inkomsten: zakgeld €19,50, oppasgeld €15,- Uitgaven: schoolkantine €10, sport €9 en tijdschrift €4,50
Hoeveel zakgeld krijgt ze per week?
Slide 13 - Open question
Leg uit wat een begroting is.
Slide 14 - Open question
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen
Slide 15 - Drag question
Ruben wil een crossfiets. Hij heeft een mooie gezien voor €189 euro. Het komende halfjaar gaat hij er elke maand een bedrag voor opzij zetten. Bereken welk bedrag Ruben elke maand moet reserveren.
Slide 16 - Open question
Wat is het doel van commerciële reclame?
A
Mensen wijzen op hoe ze zich moeten gedragen
B
Mensen informeren over een product
C
Mensen vermaken als ze tv kijken
D
Mensen overtuigen dat ze een product moeten kopen
Slide 17 - Quiz
Combineer de soorten inkomens met het voorbeeld
Uitkering
Winst
Loon
Ontvang je als je werkt voor een baas
Inkomen uit een eigen bedrijf
Inkomen als je werkloos bent
Slide 18 - Drag question
Wat is een geschikt reclamemedium voor een nieuw type telefoon? (MH)