Les 2: Parameters bij Hartproblemen

Parameters 
bij 
hartproblematiek

Niveau 4
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Parameters 
bij 
hartproblematiek

Niveau 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van vandaag
Meer inzicht geven in hoe je specifieke klachten kunt verklaren bij een cliënt met hartproblematiek. 


Maar waarom is dit belangrijk? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Cijfers: 
In Nederland zijn er zo'n 1,5 miljoen mensen met een chronische hart- of vaatziekte.

Elke dag:
sterven 103 mensen aan een hart- of vaatziekte. 
sterven 24 mensen jonger dan 75 jaar aan een hart- of vaatziekte
worden zo'n 700 mensen in het ziekenhuis opgenomen vanwege een hart- of vaatziekte

Weetje: Ongeveer de helft van alle kinderen met Downsyndroom wordt geboren met een hartafwijking (tussen de 40 en 50%). 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Even opfrissen....
Wat waren parameters nu ook alweer?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Hoe werkt de bloedsomloop ...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

Filmpje afspelen tot 1 minuut (voor slagaders stoppen). (als het goed is staat dit nu ook zo ingesteld)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke hartziekten kennen we?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

AVSD

(Atrioventriculair Septum Defect)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Het bloed zal van de holte met de hoogste druk naar de holte met de laagste druk zal stromen. Dus van de linkerzijde naar de rechterzijde. De rechterzijde van het hart voorziet de longen van bloed. Hierdoor zal er meer bloed door de longen stromen.
Enkele zichtbare symptomen: AVSD
Ademhalingsproblemen.
Blauwkleuring van de huid en de lippen (cyanose)
Oedeem/ gezwollen benen.
Vermoeidheidsklachten.
Onregelmatige hartslag.

Verklaringen voor bovenstaande?

Slide 12 - Slide

Als er te veel bloed door de longen stroomt, ontstaat er overvulling van de longvaten (Pulmonale hypertensie). Er stroomt te veel bloed door de vaten van de longen en in verhouding minder bloed door het lichaam. Daarbij komt de zuurstofopname in de longen in het gedrang. Dit samen kan leiden tot hartfalen (decompensatio cordis). Het hart kan de grote hoeveelheid bloed dat uit de longen komt niet meer opvangen en zich niet meer aanpassen om het lichaam van voldoende zuurstofrijk bloed te voorzien

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

(in)spanning kan symptomen verergeren

Waarom?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Open Ductus van Botalli (ODB)


Verbinding tussen de aorta en de longslagader
Om dit te begrijpen moeten we eerst wat weten over de foetale bloedsomloop

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Als de ductus niet sluit, blijft er een verbinding bestaan tussen de longslagader en de aorta, waardoor er bloed van de circulatie met de hoogste druk (linker harthelft) naar de circulatie met de laagste druk (rechter harthelft) kan gaan stromen. Tot 6 maanden kan er nog een spontane sluiting ontstaan. 
Anders behandeling met medicatie of chirurgische ingreep 
Foetale bloedsomloop

Slide 18 - Slide

Na de geboorte sluit het foramen ovalen (gaatje tussen de boezems) door de toenemende druk in de linkerkamer en de afnemende druk in de longslagader. De open ductus sluit onder invloed van hormonen (chemische processen) na de geboorte binnen 3 dgn (normaliter), door de verschillende druk zal deze gang deze 3 dagen niet meer gebruikt worden. 

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Symptomen ODB
infecties van de luchtwegen (door overvulling van de longen)

achterblijven in de groei

kortademigheid en benauwdheid

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Casus:
Pieter is een 43-jarige man met het syndroom van down. 
Hij is bekend met hoge bloeddruk, maar hier merk jij eigenlijk nooit iets van. Hij kan niet praten. De laatste tijd kijkt hij bleek en wilt hij niet meer mee gaan wandelen. Hij slaapt langer en is kortademig als hij de trap op is gelopen. 

Vraag 1: Welke symptomen herken je en kun je ze ook verklaren?
Vraag 2: Welke actie onderneem je? 

Slide 21 - Slide

Bij een hoge bloeddruk moet het hart harder werken dan normaal. Het moet tegen een hoge druk het bloed in het lichaam pompen. De hartspier wordt dan dikker en minder soepel, en na een tijdje stijver. Er ontstaat hartfalen. 
Welk groot bloedvat vertrekt uit de rechterkamer van het hart?

A
De bovenste holle ader
B
De aorta
C
De longslagader
D
De longader

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de kleine bloedsomloop?

A
In de kleine bloedomloop wordt bloed van het hart naar de longen gepompt voor gasuitwisseling
B
In dit gedeelte van de bloedsomloop wordt lymfevocht opgenomen in het bloed.
C
Via de kleine bloedsomloop wordt bloed naar de darmen gepompt. Daar worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
D
In de kleine bloedsomloop stroomt bloed van de boezems naar de kamers.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 24 - Quiz

Waarom zou dit zijn? --> Meeste kracht zetten omdat vanuit hier het bloed de aorta in gepompt wordt. 
Wat is een voorbeeld van chronische overbelasting van het hart?
A
Een longembolie
B
Een ziekte aan de hartspier
C
Lekkende kleppen
D
Longontsteking

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welk medicijn verlaagt de bloeddruk door het tegengaan van vasoconstrictie?
A
Bètablokkers
B
Diuretica
C
Bloedverdunners
D
ACE remmers

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het grootste bloedvat van ons lichaam?

A
Aorta
B
Longslagader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Steunkousen kunnen bij de behandeling horen van hartfalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In de praktijk/volgende week 
- Ga na bij jouw cliënten of er cliënten zijn met hart- en/of vaatproblematiek
- Beredeneer op welke parameters je alert moet zijn. Hoe kunnen deze parameters ontstaan? 
- Welke medicatie en/of behandeling krijgt deze cliënt hiervoor? Beredeneer waarom de cliënt deze behandeling krijgt. 
Bovenstaande doe je in groepjes van 2 à 3 studenten volgende week 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vul in: Ik vond deze les .........

Slide 30 - Open question

This item has no instructions