Rekenen met schaal en verhoudingen omrekenen N3

    Rekenen Niveau 3
Rekenen met schaal
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

    Rekenen Niveau 3
Rekenen met schaal

Slide 1 - Slide


Dit is een foto van een bouwwerk van zeven dobbelstenen. Bij deze dobbelstenen zijn alle ribben twee centimeter lang. Je kunt dit bouwwerk van verschillende kanten bekijken. Naast de foto zijn vier kijkrichtingen A, B, C en D aangegeven. Bij een dobbelsteen is de som van de ogen van twee tegenover elkaar liggende vlakken altijd gelijk aan zeven. Bijvoorbeeld: tegenover de twee ligt de vijf.

Bereken het minimale aantal ogen dat je kunt krijgen als je alle ogen optelt van het aanzicht vanuit richting D.
A
8
B
9
C
7
D
10

Slide 2 - Quiz

Spel met dobbelstenen
Je speelt tegen je buurman/-vrouw
Samen één ruitjesblad
Gooi met 2 dobbelstenen en teken je uitkomst in vakjes af (b.v. 4 x 6 = rechthoekje van 4 bij 6 aftekenen)
Degene die als laatste zijn score kan tekenen, wint 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Soms worden dingen kleiner of groter getekend dan dat ze in werkelijkheid zijn.

Je wilt dan dat het getekende "ding" zoveel mogelijk overeenkomt met de werkelijkheid. Met andere woorden: de verhouding moet hetzelfde zijn.

Voorbeelden van schaal:
- plattegrond van woning
- uitvergroting van insect
- modelbouw
- landkaart of plattegrond

Rekenen met schaal

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bij rekenen met schaal is de verhoudingstabel je beste vriend.

Een schaal van 1 : 10 betekent dat het tekende of getoonde in werkelijkheid 10 keer groter is.
Daarbij is het heel belangrijk dat je altijd met dezelfde eenheden (mm, cm, m, km) rekent.

Gebruik altijd de volgende verhoudingstabel
Rekenen met schaal en de verhoudingstabel
1
2
3
4
Wat is de echte hoogte van de Eifeltoren?
5
32400 cm = 324 meter

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


Wat is de werkelijke lengte van de scooter?
A
1290 mm
B
1740 mm
C
1740 cm
D
17,4 m

Slide 9 - Quiz


De lengte van de scooter is in de tekening 58 mm.
Op welke schaal is deze scooter getekend?
alle maten in mm
A
1 : 30
B
1 : 0,03
C
1 : 300
D
1 : 3

Slide 10 - Quiz

Let op!!

Als je een blokje van 1 x 1 cm twee (2) keer zo groot maakt dan wordt de oppervlakte meer dan twee (2) keer zo groot. Dit noemen we vergroten met factor 2

Probeer maar: lengte 1 cm x breedte 1 cm = 1 cm2
Vergroten met twee  maakt de lengte 2 cm en de breedte ook 2 cm
De nieuwe oppervlakte is dan 2 cm x 2 cm = 4 cm2

De oppervlakte is dus gegroeid met de vergrotingsfactor in het kwadraat!


Oppervlakte en schaal (N4)

Slide 11 - Slide

Je vergroot een foto van
10 x 15 naar 30 x 45.
Hoeveel keer is de foto groter geworden?
A
2
B
3
C
4
D
9

Slide 12 - Quiz

Vragen over deze les?
Vragen over deze les?

Slide 13 - Slide

Lees Studiewijzer:

Rekenblokken niveau 3
Domein 1 VERHOUDINGEN 
Maak § 1.3 Schaal en
          § 1.4 Verhoudingen omrekenen
Zelfstandig werken 

Slide 14 - Slide