Werkwoordspelling-begin

Werkwoordspelling
Nederlands - Leidelmeijer
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Nederlands - Leidelmeijer

Slide 1 - Slide

Schat jezelf in
Noteer in je schrift het cijfer waarvan jij denkt dat het bij je past.

3. Ik ben goed in werkwoordspelling: ik begrijp alle regels.
2. Ik ben redelijk goed in werkwoordspelling, maar sommige regels vind ik erg lastig.
1. Ik vind werkwoordspelling lastig.

Slide 2 - Slide

Herhaling leerdoel: Ik kan de persoonsvorm vinden.

Vraag: Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Open question

Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Tijdproef: de zin in een andere tijd zetten.
  • Getalproef: de zin van enkelvoud naar meervoud zetten, of andersom.
  • Vraagzin maken (mag niet meer).

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

De kat heeft alle brokjes opgegeten.
A
brokjes
B
heeft
C
de kat
D
opgegeten

Slide 5 - Quiz

Waarom is het handig om te weten wat de persoonsvorm is?

Slide 6 - Open question

Wat valt je op?
  1. Ik word morgen dertien jaar.
  2. Jij wordt morgen dertien jaar.
  3. Hij wordt morgen dertien jaar.
  4. Zij wordt morgen dertien jaar.
  5. Word jij morgen dertien jaar?
  6. Wordt hij/zij morgen dertien jaar?


Slide 7 - Slide

Regel pv tt
Stam+t
-Behalve bij ik
-Behalve bij jij achter de pv

Kopjetheeregel
-Iedereen lust thee, behalve ik. En jij/je krijgt geen thee als je erom vraagt.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Pv in vt: wat valt je op?
  1. Hij lachte gisteren om mijn grap.
  2. Ik lachte gisteren om zijn grap.
  3. Hij wachtte gisteren op mij.
  4. Ik wachtte gisteren op hem.

Slide 10 - Slide

Regel pv in vt
-Stam + te(n) of de(n)
-Geen uitzonderingen

Ik wachtte
Hij wachtte
Wij wachtten
Wachtte jij?

Slide 11 - Slide

Regel pv in vt
Twijfel je tussen stam + de(n) of stam + te(n)?
  • Pas 't ex kofschip toe.
  • Zit de laatste letter van de stam in 't ex kofschip?
           -Ja: +te(n)
           -Nee: +de(n)

Slide 12 - Slide

Nu jij
Noteer in je schrift waarom je:

1. 'Hij verhuisde' met 'de' schrijft.
2. 'Zij beloofde' met 'de' schrijft.

Gebruik in je antwoord de regel rond 't ex kofschip.

Slide 13 - Slide

Herhaling leerdoel: Ik kan het voltooid deelwoord vinden.

Vraag: Wat weet je nog over het voltooid deelwoord?

Slide 14 - Open question

Regel spelling vdw
  • Woord langer maken en vertrouwen op je gehoor.
  • Bij twijfel pas je 't ex kofschip toe.
  • Zit de laatste letter van de stam in 't ex kofschip?
           -Ja: +t
           -Nee: +d

Slide 15 - Slide

Oefening pv vt en vdw
1. Mijn zusje heeft nooit in Sinterklaas (geloven).
2. Jesper (verhuizen) naar Amerika.
3. Ik ben heel snel naar huis (rennen).

Slide 16 - Slide

Hoe kom je erbij, ik heb dat nooit (zeggen)!
A
Gezegt
B
Gezegd
C
Gezegdt

Slide 17 - Quiz

Na deze uitleg begrijp ik werkwoordspelling (een beetje) beter.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll