17. September 2024/Kapitel 1 / Wortschatz / Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3

10 Minuten still lesen:

Was?

- Text auf Seite 25: die Rosstrappe

- worüber geht der Text?

- notiere schwierige Wörter und ihre Bedeutung in deinem Heft

Was wirst du diese Stunde lernen?

Aan het einde van de les

- kun je aan de hand van omschrijvingen een woord herkennen

- kun je woorden goed uitspreken

- kun je hoofdletters correct gebruiken

- 

die Hausaufgaben

Gelernt:

• Lernliste N-D
  
• Lernliste D-N: Teil A, C, D und H
  
• de verleden tijd van 'haben' en 'sein'.
  
• Gemacht
  
• die Aufgabe 37 zu G Schreiben
  
• Antwoorden van vorige opdrachten nakijken via antwoordmodel in jaarbijlage.

An die Arbeit!

Arbeitsanweisungen

Auf Seite 145

Tips om opdrachten correct te maken?

Beantworte die Frage

In welchem Monat bist du geboren?

Ich ..............................................

Hilfsmittel: Lernliste

Tip: zet het voltooid deelwoord aan het einde van de zin.

Aufgabe

Was? Vier Umschreibungen, vier Fotos.

Um welches Wort aus der Lernliste geht es?

Zuerst die Umschreibung, dann das Bild (Foto).

Notiere das Wort in deinem Heft.

1. Zelfstandig naamwoord

Rundum das Gebiet gibt es nur Wasser.

Man kann das Gebiet nur über eine Brücke, mit einem Boot oder Flugzeug/Hubschrauber erreichen.

2. Zelfstandig naamwoord

Es wird von Booten, Schiffen oder Fähren benutzt.

Manchmal kann man auch darin schwimmen, aber kann auch gefährlich sein.

Er strömt durch Länder und Städte

3. werkwoord (Verb)

Wenn man Urlaub macht auf einem Campingplatz

4. Einen kleinen Satz

Wenn es minus (-) 10 Grad ist

Lösung

1. die Insel

2. der Fluss

3. zelten

4. es friert

Aussprache

Lies laut das Alphabet vor:

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

ä ö ü ei eu aü 

Aufgabe 24 zu F Sprechen

Person A buchstabiert die Wörter 

Person B macht das Buch zu und notiert das Wort.

Ergebnis: fließend gesprochen

Aufgabe 25 zu F Sprechen

Person B spricht aus, Person A hört zu und korrigiert wenn nötig.

Ergebnis: fließend gesprochen

Aufgabe 1 Individuell

Noteer vragen in het Duits die je hierna aan een medeleerling gaat stellen. 

Kies 4 onderwerpen (4 vragen):

naam

hobby/vrije tijd

woonplaats

leeftijd

broers/zussen

lievelingsvak

huisdier

Aufgabe 2 zu zweit

Ga naast een klasgenoot zitten bij wie je vorig jaar niet in de klas zat.

• Stel elkaar de vragen.
• Geef elkaar feedback op zinsbouw, grammatica en uitspraak
• Doe het gesprek nog een keer met de verbetertips

die Hausaufgaben

Gelernt:

- Lernliste N-D

- Lernliste D-N

- Grammatik E Teil A (haben und sein im Präteritum)

Gemacht

- die Aufgaben 38 und 39 zu G Schreiben

- Antwoorden van vorige opdrachten nakijken via antwoordmodel in jaarbijlage.

An die Arbeit!

Was hast du heute gelernt?

Nächste Unterrichtsstunde:

Bitte mitnehmen

Laptop        Buch A        Heft              Kugelschreiber  

Aufgabe

1. Ga naar de grammatica achter in je boek en zoek de werkwoorden 'haben' en 'sein' op.

Ga 5 minuten leren.

2 Ga naar Lessonup - toets 'haben' en 'sein' en maak de opdrachten.

Fertig? 

Ga naar Kapitel 1, zoek op en noteer in je schrift:

1 het thema van het hoofdstuk 

2 welke soort woorden je haat leren (wat zijn de onderwerpen)

3 de grammaticaonderdelen

4 waar je over leert spreken

5 Fertig? Lerne die erste 10 Wörter der Lernliste.