LJ1 FRIS - Proeftoets 1 VMBO-MAVO

Proeftoets VMBO/MAVO
Met deze proeftoets gaan we kijken of je de volgende onderdelen goed hebt begrepen:

  • De ene stof zwaarder is dan de andere stof.
  • De ene stof van water houd en de andere stof niet.
  • Zuurtegraad en de PH - schaal
  • Zuur / Neutraal / Base
  • Fasen en faseovergangen
  • Structuur van de fasen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Proeftoets VMBO/MAVO
Met deze proeftoets gaan we kijken of je de volgende onderdelen goed hebt begrepen:

  • De ene stof zwaarder is dan de andere stof.
  • De ene stof van water houd en de andere stof niet.
  • Zuurtegraad en de PH - schaal
  • Zuur / Neutraal / Base
  • Fasen en faseovergangen
  • Structuur van de fasen

Slide 1 - Slide

Hoe berekenen we je cijfer?
Deze toets bestaat uit 20 meerkeuze vragen.
9/20 x het aantal goede antwoorden + 1 punt voor het correct invullen van je naam, klas en de datum.

Slide 2 - Slide

Voordat we beginnen:
- Denk rustig na.
-Alle vragen zijn meerkeuze.
-Alle vragen hebben jullie eerder gehad.

-Veel plezier met het maken van deze (proef)toets

Slide 3 - Slide

Soortelijke massa
Op de volgende slide staat het youtube filmpje van het proefje Frisse drank.
Hiernaast zie je een foto van dit proefje gemaakt door een leerling van onze school.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

1. Water en olie zijn geen vrienden.
Dit betekend: Olie is ..........
A
Hydrofiel
B
Hydrofoob
C
drijft op water
D
is lichter dan water

Slide 6 - Quiz

2. Olie is lichter dan water.
A
Klopt, 1 liter olie is lichter dan 1 liter water.
B
Klopt, daarom drijft water ook op olie.
C
Echt niet, 1 kg water is even zwaar als 1 kg olie
D
Echt niet, Olijfolie is zwaarder dan water

Slide 7 - Quiz

3. Waarom zakt de stroop of honing dwars door de olie en het water?
A
Water en olie zijn vloeibaar, honing en stroop niet.
B
Honing en stroop zijn zwaarder dan olie en water.
C
Honing en stroop zijn goedkoper dan water en olie.
D
De stroop bleef bij mij op de olie drijven.

Slide 8 - Quiz

4. Een neutrale stof heeft een pH van
A
0
B
7
C
4
D
14

Slide 9 - Quiz


A
Een zuur heeft een pH van 0 t/m 8
B
Een zuur heeft een pH van 6 t/m 12
C
Een zuur heeft een pH van 0 t/m 6
D
Een zuur heeft een pH van 0 t/m 7

Slide 10 - Quiz


A
Een base heeft een pH van 6 t/m 8
B
Een base heeft een pH van 6 t/m 12
C
Een base heeft een pH van 8 t/m 14
D
Een base heeft een pH van 0 t/m 7

Slide 11 - Quiz

7. Het deeltjesmodel is gebasseerd op.........
A
de structuur van de de atomen in een stof
B
de diverse stofjes van een chemicalie
C
één atoom
D
de molekulen van één atoom

Slide 12 - Quiz

8. Wat is het typerende van het deeltjesmodel van een willekeurig gas?
A
De deeltjes zijn gebonden aan één lokatie en blijven op hun plek
B
De deeltjes trillen op hun eigen plekkie en doen weinig
C
De deeltjes stuiteren alle kanten op en hebben geen eigen plek.
D
De deeltjes bewegen langzaam door elkaar heen en blijven dicht bij elkaar.

Slide 13 - Quiz

9. De 3 fasen van water zijn:
A
gas, vloeibaar en kristal
B
kristal, vast en gasvormig
C
gasvormig, vloeibaar en vast
D
vast, gasvormig, vluchtig

Slide 14 - Quiz

10. Kaarsvet is een stof die niet bevriest.
Deze faseovergang van vloeibaar naar vast kaarsvet noemen wij:
A
vervluchtigen
B
uitdampen
C
stollen
D
verdampen

Slide 15 - Quiz

11. zet alle faseovergangen op hun juiste plaats.
Vervluchtigen
Rijpen
Condenseren
Verdampen
Bevriezen
Smelten

Slide 16 - Drag question

12. Stollen en bevriezen .......
A
zijn beide de faseovergang van vloeibaar naar vast.
B
zijn beide de faseovergang van vloeibaar naar gas.
C
zijn beide de faseovergang van gas naar vast.
D
Een bevroren stol kun je niet eten.

Slide 17 - Quiz

13. Water bevriest .........................
A
onder 273 Kelvin
B
onder 0 Kelvin
C
onder 293 Kelvin
D
onder 50 Kelvin

Slide 18 - Quiz

14. Lord Thompson heeft uitgevonden:
A
De tommy gun waar de crimineel Al Capone heel beroemd mee is geworden.
B
De temperatuurschaal in graden Celsius
C
De temperatuurschaal in Kelvin
D
Lord Thompson en Mr. Farenheit hebben vroeger heel veel discussies gevoerd.

Slide 19 - Quiz

15. In de huidige celciusschaal hebben we bepaald dat:

A
Water bevriest bij 4 graden Celsius
B
Water bevriest bij 100 graden Celsius
C
Water bevriest onder 0 graden Celsius
D
Water en celsius hebben niks met elkaar te maken

Slide 20 - Quiz

16. In de temperatuur schaal Kelvin hebben we bepaald dat 0 Kelvin......
A
Het absolute nulpunt is
B
Best wel koud is
C
Het water begint te bevriezen
D
Heel erg zuur is

Slide 21 - Quiz

17. 38 Kelvin is in graden Celcius
A
is 235 graden Celsius
B
Is -235 graden Celsius
C
is -145 graden celsius
D
is 100 graden celsius

Slide 22 - Quiz

18. Het deeltjesmodel laat zien....
A
Wat de atomen doen als het kouder begint te worden
B
Wat er gebeurt met de deeltjes bij de fase veranderingen
C
Wat iedere temperatuurs verandering doet met de deeltjes
D
Hoeveel graden celsius op de Farenheid schaal doet.

Slide 23 - Quiz

19. Het is heel erg mistig buiten, tot bovenmaat van ramp vriest het ook nog heel erg. wat gebeurt er met de mist?
A
Mist is een gas wat nu vast wordt, dus rijpen.
B
Mist is een vloeistof wat nu vast wordt, dus bevriezen (ijzel)
C
Mist is gas, dat bevriest niet
D
Mist is een gas wat dan een vloeistof wordt, dus condenseren

Slide 24 - Quiz

20. Frisdrank is een hele .................... vloeistof.
A
Basische
B
Zure
C
Neutrale
D
Gezonde

Slide 25 - Quiz

Deze (proef)toets vond ik heel erg......
0 is gemakkeijk en 100 is erg moeilijk
0100

Slide 26 - Poll

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 27 - Mind map

Bedankt!

Slide 28 - Slide