grammatica ontleden - hv1 Talent herhaling 1.7 en 2.7 pv/wg/ow/lv

HV 1 grammatica 1.7 en 2.7
Doel: Je herhaalt: persoonsvorm (pv)
                                                           werkwoordelijk gezegde (wg)
                          onderwerp (ow)
                                        lijdend voorwerp (lv)


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

HV 1 grammatica 1.7 en 2.7
Doel: Je herhaalt: persoonsvorm (pv)
                                                           werkwoordelijk gezegde (wg)
                          onderwerp (ow)
                                        lijdend voorwerp (lv)


Slide 1 - Slide

persoonsvorm is altijd een werkwoord
Hoe vind je de persoonsvorm? Liam danst de hele avond
Er zijn drie manieren:
           - maak de zin vragend - Danst Liam de hele avond?
- doe de tijdproef - Liam danste de hele avond.
     - doe de getalproef - Liam en Denise dansten de hele avond.

Het werkwoord dat verandert is de pv

Slide 2 - Slide

Mijn oma loopt elke dag 10 km.
Noteer de pv.

Slide 3 - Open question

De jongen speelt graag gitaar.
Noteer de pv.

Slide 4 - Open question

Het werkwoordelijk gezegde 
Dit zijn alle werkwoorden in de zin. 
Dus, de persoonsvorm (pv) en alle andere werkwoorden

Eva heeft mij gisteravond geappt.

Slide 5 - Slide

Dunja wil ook op het feest komen.
Noteer het wg (werkwoordelijk gezegde).

Slide 6 - Open question

Ik wacht al heel lang op de bus.
Noteer het wg.

Slide 7 - Open question

Het onderwerp (ow)
Je stelt de vraag: Wie of wat + het gezegde
Elle loopt elke dag met de hond.
Wie loopt?

Slide 8 - Slide

Yasir bestelt een Big Mac.
Noteer het onderwerp (ow).

Slide 9 - Open question

Kim en Rian fietsen samen naar school.
Noteer het ow.

Slide 10 - Open question

Het lijdend voorwerp
Om het lijdend voorwerp in een zin te vinden stel je de volgende vraag: 
Wie of wat + wg + ow
Dave (ow)  geeft een cadeau aan Elize.
Wie of wat geeft Dave?


Slide 11 - Slide

Onze kat jaagt de hele dag op vogels in onze tuin.
Noteer het lijdend voorwerp (lv).

Slide 12 - Open question

In mei leggen alle vogels een ei.
Noteer het lv.

Slide 13 - Open question

Maryam wil elke dag een ijsje eten.
Noteer: pv, wg, ow en lv

Slide 14 - Open question

Dit was de herhaling van grammatica 1.7 en 2.7. Ik begrijp alles.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Laptops dicht
De docent legt theorie 3.7 uit.
Daarna maak je opdracht 5 in je boek.

Slide 16 - Slide