1A - Trede 2 - Uitleg lidwoorden

Aujourd'hui
Herhaling trede 1
Presentatie bespreken
Start trede 2:
Uitleg lidwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
Herhaling trede 1
Presentatie bespreken
Start trede 2:
Uitleg lidwoorden

Slide 1 - Slide

Questions
  1. Bonjour, ça va?
  2. Comment tu t'appelles?
  3. Tu as quel âge?
  4. Tu habites où?
  5. Tu as des frères et des soeurs?

Slide 2 - Slide

AVOIR

Slide 3 - Slide

wij hebben

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

ik heb

Slide 6 - Open question

zij hebben (m)

Slide 7 - Open question

u heeft

Slide 8 - Open question

jij hebt

Slide 9 - Open question

zij heeft

Slide 10 - Open question

Presentatie trede 1
bespreken

Slide 11 - Slide

Uitleg lidwoorden

Slide 12 - Slide

Lidwoorden de & het
in het Frans: le / la / l' of les
In het Frans zijn woorden mannelijk of vrouwelijk
Mannelijk = le
voorbeeld: le frère
Vrouwelijk = la
voorbeeld: la soeur

Slide 13 - Slide

Lidwoorden de & het
Attention! Bij woorden die beginnen met een klinker (a, e, o, u, i) of een h veranderen le en la in l'

voorbeeld: l'hôtel

Slide 14 - Slide

Lidwoorden de & het
Meervoud
In het meervoud veranderen le, la en l' in les
Achter het zelfstandig naamwoord komt een s
voorbeeld: la soeur  --> les soeurs

Slide 15 - Slide

Lidwoord een
mannelijk: un
voorbeeld: un frère
vrouwelijk: une
voorbeeld: une soeur
meervoud: des 
voorbeeld: des frères & des soeurs
Let op: des vertalen we niet in het Nederlands

Slide 16 - Slide