Hoofdstuk 6 Paragraaf 3

Hoofdstuk 6 Paragraaf 3




Arbeidsproductiviteit

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 Paragraaf 3




Arbeidsproductiviteit

Slide 1 - Slide

Agenda
1. Arbeidsproductiviteit

2. Voorbeeldvraag

3. Opgaven maken

Slide 2 - Slide

ZZP'ers + werknemers + werklozen
werkgelegenheid +
vacatures
Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Maken: Opdracht 6.27 t/m 6.32
Hoe? In stilte
Stel: je loopt achter, begin dan waar je gebleven was (anders is de stof te moeilijk...)
timer
10:00

Slide 5 - Slide

ARBEIDSPRODUCTIVITEIT=

productie(waarde) per persoon in een bepaalde periode

voor het hele land bereken je de arbeidsproductiviteit door:
                              productiewaarde 
                              werkgelegenheid

Slide 6 - Slide

 Hoe kan je de arbeidsproductiviteit laten stijgen (=meer produceren per arbeider per periode)???:

  • beter opgeleide arbeiders (factor Arbeid)
  • betere/ modernere/ snellere machines (factor Kapitaal)
  • betere arbeidsverdeling (iedere arbeider gaat een (deel-)taak doen waar die in is gespecialiseerd)
  • hoger loon (of een bonus) bij een                                                    bepaalde prestatie/ productie
  • Overbelasting en stress voorkomen


Slide 7 - Slide

 Waarom wil je de arbeidsproductiviteit laten stijgen??


Je produceert dan met hetzelfde aantal arbeiders meer producten --> meer producten terwijl je hetzelfde kwijt bent aan loon voor arbeiders!! = per product minder loonkosten!! = een lagere kostprijs. 

Je zou dus de verkoopprijs van het 
product ook wat kunnen verlagen 
en zo meer kunnen verkopen!! 


Slide 8 - Slide

Marie heeft een productiviteit van €180 euro per dag. Jacques creëert een waarde van €1.500 per week. Karim maakt als ZZP’er een omzet van €52.000 per jaar. In deze vraag blijven vakanties buiten beschouwing.

Wie van deze mensen heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?
A
Marie
B
Jacques
C
Karim
D
Niet genoeg informatie

Slide 9 - Quiz

consumeren of investeren?


  • gezinnen consumeren
  • bedrijven investeren om te produceren

Slide 10 - Slide

Verschuiving 
langs de vraaglijn
Als de prijs wijzigt (en de rest blijft hetzelfde), dan zal de vraag veranderen. 

Een verschuiving LANGS de vraaglijn. 

Slide 11 - Slide

Verschuiving ‘van’ de vraaglijn


- gevraagde hoeveelheid van product/dienst verandert, de vraaglijn verschuift

Vraag toename -> verschuiving naar rechts
Vraag afname -> verschuiving naar links 

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken: Opdracht 6.27 t/m 6.34
(moeilijke stof, kijk waar je bent, sla géén opdrachten over, als je nog niet bij 33 bent begin dan waar je was)
Hoe? In stilte (eerste 10 min)
timer
10:00

Slide 13 - Slide