H5 - Reading Strategies - Lesson 1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Reading Strategies - Lesson 1

Today:

- basic tips

- strategy for open vragen

What do you know about
reading strategies?

Vocabulary

• Je woordenschat bepaalt hoeveel je van de tekst snapt/hoeveel je goed gaat hebben
• Gebruik de woordenlijst van het SSL in de studiewijzer om veelvoorkomende woorden en signaalwoorden te leren
• Signaalwoorden zijn heel belangrijk op het examen!
  

Do you start by reading the questions or do you read the text first?

1. Questions first
2. Text first

Read the questions first

• Begin altijd met het lezen van de vragen, niet met het lezen van de tekst
• Terwijl je door de vragen heengaat lees je toch al de tekst bij het beantwoorden
• Scheelt tijd

When do you look up a word in the dictionary?

Dictionaries

• Kijk eerst of je de betekenis van een woord uit de context kan halen
• Als dat niet lukt, bedenk of het woord essentieel is voor je begrip van de vraag/tekst
• Alleen als dat zo is zoek je het woord op
  
• Woorden opzoeken kost veel tijd. Je kunt dit niet te vaak doen.

How much time do you have per question on the exam?

Do you bring a highlighter to reading tests?

1. Yes
2. No

What are things you
should highlight?

Markeren

• Signaalwoorden

Antwoorden staan vaak in de buurt van signaalwoorden
Geven verbanden tussen de tekst aan
Let op: de dubbele punt ‘:’ wordt ook gezien als signaalwoord

• Zoektermen

Bijvoorbeeld de naam van een persoon of bedrijf waar je iets over moet zeggen

Which texts (numbers) in the exam are the most difficult?

Exam structure

First few texts: easier (1st and sometimes 2nd text are very short)

Middle texts: hardest (usually longest too) - especially texts 5 and 8 are generally hard.

Last few texts: easier (last text is usually a scan text - you don't need to read everything)

Eerste stappen

• Waar gaat een tekst over?

Titel
Plaatjes
Tussenkopjes
Bron (als die er is, onderaan het artikel)

Eerste stappen

• Wat is de grote lijn van een tekst?

Is de schrijver voor of tegen iets? Wat wil hij/zij duidelijk maken?
Antwoorden moeten altijd aansluiten bij de grote lijn vd tekst
Als de grote lijn is ‘roken is slecht voor de gezondheid’, en jij kiest een antwoord dat erop neerkomt dat roken goed is voor de gezondheid, dan is je antwoord waarschijnlijk fout.

Eerste stappen

• Kijk of je extra informatie uit vragen kan halen

Eerste vraag bij een tekst kan zijn
Zonder informatie (what is the main point made in paragraph 1?)
Met informatie (what is said about Polio in paragraph 1?)
2e type: CITO helpt je, tekst is vaak wat moeilijker

Tips

• Structuur van het examen is gebaseerd op je concentratie

Eerste paar teksten: makkelijker, er even inkomen
Middelste teksten: moeilijker, lastigste stuk van het examen
Laatste paar teksten: makkelijker, meer scanvragen

• Check van tevoren hoeveel teksten er zijn, ga slim om met je tijd

• Blijf niet eindeloos bij een vraag hangen die je niet weet. Markeer hem, kom terug aan het einde als je tijd hebt.

Reading strategy: open vragen

Tip 1: ontleed de vraag

• Wat wordt er van je verwacht?
• Waar moet je antwoord aan voldoen?
• Begrijp je de vraag?
• Moet je antwoorden in het Nederlands of Engels?

Tip 2: wees volledig

• Zorg er voor dat je de vraag goed leest en aan alle onderdelen voldoet
• Let op woorden als: “leg uit”, “verklaar”, “waarom”
• Als er naar twee redenen gevraagd wordt, let er dan ook op dat je twee redenen geeft
• Kijk naar aantal punten van vraag
• Lees antwoord door en kijk of je volledig bent geweest

Tip 3: schrijf nuttige info op

• Weet je het antwoord niet? Probeer toch iets nuttigs uit de tekst te halen.
• Irrelevante informatie levert niks op
• Geen onzin!
• Let op dat je uitleg opschrijft als daarom gevraagd wordt, en geen voorbeelden -> je moet daar doorheen prikken en tot de kern komen
  

Tip 4: controleer je vraag

• Kijk naar tip 1
• Heb je antwoord gegeven op de vraag?
• Heb je gedaan wat er van je verwacht wordt?

Type open vragen

• Citeren (ENGELS)

1. Woord
2. Zin
   
3. Zinsdeel
   

• Zelf formuleren (NEDERLANDS)

• Verwijzen alinea

Citeren

• Staat letterlijk in de tekst

• ALTIJD IN HET ENGELS

• Zinsdeel:

‘...fans at the training session alerted staff…’
Let op dat je bij een zinsdeel alleen het relevante deel van de zin citeert, dus niet een volledige zin! Teveel citeren = fout

Zelf formuleren

NEDERLANDS!!!!!!!!!

Geen punten voor in het Engels antwoorden

Laat dus ook niet een (paar) woord(en) onvertaald!

Lees je antwoord nog een keer na en check of hij echt te begrijpen is.

Let's practice!

We will do a few 'open vragen'

Write down the answer for text 1, question 1

Please do...

Text 10, question 34, 35, 36

Type your answer to question 34

1 = wel

2 = niet

Niet genoemd

3 = niet

4 = niet

Type the letter of the answer to question 35.

Question 35

Type your answer to question 36.

Well done!