Start van de les begin je met 10 minuten lezen in je boek.
Daarna boek op de hoek van je tafel.
Aan het einde van de les zet je het boek netjes op kleur terug in de kast.
Slide 2 - Slide
Lezen 2.3
SO op 9 november gaat over paragraaf 2.4 Schrijven en formuleren
Bloktoets op 23 november gaat over de paragrafen 2.3 Lezen 2.5 Woorden 2.7 Grammatica 2.8 Spelling
Slide 3 - Slide
Lezen 2.3 huiswerkbespreken
Opdrachten 12 t/m 14 blz. 117 t/m 119
Slide 4 - Slide
Lezen 2.3
Leerdoelen deze les
Herhelen Moeilijkewoordenwijzer
signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
Slide 5 - Slide
2.3 Moeilijke-woordenwijzer
Slide 6 - Slide
1.3 Lezen
Leertekst: Signaalwoorden: opsomming blz. 115
In bijna elke tekst staansignaalwoorden. Deze woorden laten het verband zien tussen woorden, zinnen of alinea’s. Dat is bijvoorbeeld zo bij eenopsomming.
Dit zijn signaalwoorden voor een opsomming:
verband
signaalwoorden
opsomming
als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot.
Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen. Ook kan hij geweldig zwemmen. Bovendien loopt hij regelmatig hard.
Zaterdag ben ik naar het theater geweest. Als eerste ging ik op bezoek bij een vriend. Verder ben ik iets gaan eten. Tot slot heb ik een leuke voorstelling gezien.
Mijn zusje had een druk weekend. Ze had veel huiswerk, ook moest ze een spreekbeurt oefenen en voor paardrijden een proef doen. Daarnaast moest ze ook shoppen met vriendinnen.
2.3 Lezen - signaalwoorden
Slide 8 - Slide
Lezen 2.3 zelfstandig werken
Maak opdracht 10 blz. 115
Maken opdracht 12, 13, 14 en 16 blz. 118-119
Slide 9 - Slide
Lezen 2.3 afronden
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Vandaag
Alles over feiten en meningen, moeilijkewoordenwijzer en signaalwoorden van een opsomming.
Slide 10 - Slide
Lezen 2.3 zelfstandig werken
Maak opdrachten 17 t/m 20 blz. 120-122.
(Deze opdracht lijkt op de opdracht van de hoofdstuktoets!)