Samenvatten - KERN les 34

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Vandaag week 11

• Leerdoelen bespreken
• Opstartopdracht
  
• Instructie samenvatten
• Samen oefenen

Leerdoelen

• Ik weet hoe ik een lange tekst moet samenvatten.
  
•  Ik kan belangrijke informatie in een tekst herkennen.
• Ik kan uitleggen waarom dit de belangrijkste informatie is.
• Ik kan zelf de belangrijkste informatie uit een tekst samenvatten

Waarom is het belangrijk dat
je kunt samenvatten?

Theorie

We lezen samen de theorie op blz. 138.

Stappenplan samenvatten

1. Globaal lezen —> onderwerp bepalen
   
2. Intensief lezen —> Hoofdgedachte bepalen en hoofdzaken aanwijzen.
3. Titel vd tekst noteren
4. Hoofdzaken opschrijven
5. Samenvatting hardop voorlezen

Aandachtspunten!!!

Maak van je samenvatting een lopende tekst.

Houd zoveel mogelijk de oorspronkelijke volgorde aan. 

Samen start maken opdracht 9

opdracht 9a

Schrijf een samenvatting van alle uitlegteksten van de afgelopen onderdelen Leesvaardigheid (les 32, 33, 24).

Opdracht 9a 

We gaan samen de uitleg uit les 32 samenvatten!

voorbeeld samenvatting les 32

onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte

- Elke tekst behandelt één specifiek onderwerp. Dit onderwerp vind je vaak terug in de titel, ondertitel, een afbeelding of als je de inleiding leest. Je kunt het onderwerp samenvatten in één woord (of woordgroep).

- Verder heb je het deelonderwerp. Deze bekijkt het hoofdonderwerp van één bepaalde kant. Ook het deelonderwerp kun je samenvatten in één woord (of woordgroep).

- De hoofdgedachte van een tekst is een samenvatting in één zin over wat de schrijver nu eigenlijk wil zeggen over het gehele onderwerp. De hoofdgedachte wordt soms al genoemd in de tekst; deze staat dan vaak in de titel, in de 1e alinea of juist de laatste alinea. Soms staat de hoofdgedachte niet precies genoemd en moet je die zelf formuleren.

Voor volgende les!

Voor de volgende les heb je de uitlegblokjes van les 33 en 34 samengevat.

Volgende les gaan we samen de samenvattingen bekijken.

Deze week

les 34: opdracht 9, 

               opdracht 6, 7, 8

woordjes van les 32, 33, 34: maak zinnen met deze woordjes!