7.3 Eten

7.3 Eten
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.3 Eten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt voedingsstoffen en hun functies noemen.
  • Je kunt uitleggen wat gezond eten is en met de Schijf van Vijf of een voedingsmiddelentabel bepalen of een maaltijd gezond is.
  • Je kunt beschrijven hoe tandbederf ontstaat.
  • Je kunt beschrijven waardoor verstopte bloedvaten kunnen ontstaan.
  • Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding en bij overmatige voeding.

Slide 2 - Slide

Voedingsmiddel: 
Alles wat je eet of drinkt

Voedingsstof: 
De stoffen in een voedingsmiddel

Er zijn 6 voedingsstoffen. 
Hoeveel kun je er opnoemen?

Slide 3 - Slide

Eiwitten
Enzymen, bouwstoffen, transport, structuur, celcommunicatie, chemische reacties, bloedstolling, immuniteit, etc.

  • Planten: glucose + energie -> aminozuur
  • 20 aminozuren (bouwstenen)
  • Essentiële: uit voeding halen
  • Niet essentiële: kan lichaam zelf maken

Slide 4 - Slide

Koolhydraten
Bouwstof (suiker in DNA en ATP) en (reserve)brandstof
 

  • Monosachariden: losse suiker
  • Disachariden: twee aan elkaar
  • Polysachariden: veel aan elkaar

Slide 5 - Slide

Voedingsvezel
Geen verteringsstof: worden niet verteerd door enzymen van de mens (koolhydraten)

Komen uit celwanden van plantaardige voedingsmiddelen
  • Cellulose

Bevorderen darmwerking en stoelgang.
Verzadigd gevoel.

Slide 6 - Slide

Vetten
Bouwstof membranen en brandstof

  • Verzadigd (vet) = slecht
  • Onverzadigd (olie) = goed
  • Bouwstof in celmembranen
  • Vitamine A, D, E, K oplosbaar in vet
  • Cholesterol: celmembranen, productie hormonen/gal/vitamine D

Slide 7 - Slide

Water
  • Bouwstof, oplosmiddel en transportmiddel
  • Regeling lichaamstemperatuur
  • BALANS

Slide 8 - Slide

Mineralen
Kleine moleculen

Calcium (bot, bloedstolling), fosfor (bot, tand), kalium & natrium (zenuwcellen)

Spoorelementen: chroom (insuline), fluor (tandglazuur), jodium (schildklierhormoon), ijzer (hemoglobine)

Slide 9 - Slide

Vitaminen
  • Iets grotere moleculen
  • Essentieel (moet je uit je voedsel halen): A, B, C, D
  • Bacteriën dikke darm: vit K maken
  • Gebreksziekten
  • B11 (foliumzuur): zwangere vrouwen


Slide 10 - Slide

Energierijke stoffen
Koolhydraten en vetten

Dissimilatie (verbranding)
  • Bewegen
  • Lichaamstemperatuur op peil houden
  • Groei
  • Ontwikkeling
  • Herstel

Slide 11 - Slide

Bouwstoffen
Eiwitten, mineralen, vetten en water

Bouwstoffen zijn nodig voor groei en onderhoud lichaam
  • Voortgezette assimilatie (vorming organische moleculen)
  • Aanmaken nieuwe cellen
  • Cellen vervangen
  • Cellen repareren
  • Aanvullen water

Slide 12 - Slide

Beschermende stoffen
Vitaminen en mineralen

Beschermende stoffen zijn ervoor nodig om processen in het lichaam goed te laten verlopen (groente en fruit).

ADH: aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.
Gebreksziekte: ontstaat door langdurig gebrek aan bepaalde vitaminen of mineralen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Schrijf in je agenda
Huiswerk (7.3 deel 1):
Lezen blz. 37 t/m 40
Maken en nakijken opdr. 3 t/m 7.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt voedingsstoffen en hun functies noemen.
  • Je kunt uitleggen wat gezond eten is en met de Schijf van Vijf of een voedingsmiddelentabel bepalen of een maaltijd gezond is.
  • Je kunt beschrijven hoe tandbederf ontstaat.
  • Je kunt beschrijven waardoor verstopte bloedvaten kunnen ontstaan.
  • Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding en bij overmatige voeding.

Slide 16 - Slide

(On)gezonde voeding


Gevarieerd (voldoende voedingsstoffen), onbewerkt en gebalanceerd dieet.

Slide 17 - Slide

(On)gezonde voeding
Bewerkt voedsel: kleur-, geur-, smaakstoffen
Te veel zout, suiker, verzadigd vet & te weinig vezels, vitaminen en mineralen

Verhoogde kans op:
  • Hart- en vaatziekten
  • Diabetes
  • Kanker
  • Hoge bloeddruk
  • Hoog cholesterolgehalte
  • Overgewicht

Slide 18 - Slide

Waarom matig met suiker en vet?

Te veel suiker: tandbederf (cariës)
  • Bacteriën verteren suikers en zetten het om in een zuur = aantasting tandglazuur en oplossing zachte tandbeen

Te veel vet
  • Cholesterol vernauwt de bloedvaten = kans op infarct

Slide 19 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
  1. Activiteit: hoe meer je beweegt, hoe meer kilojoules je lichaam verbruikt.
  2. Leeftijd: volwassenen hebben meer energie nodig dan kleine kinderen.
  3. Geslacht: mannen verbruiken meer energie dan vrouwen
  4. Omgevingstemperatuur

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De eenheid van energie..
  • 'Joule': 1 kilojoule (kJ) is 1000 joules

  • 'Calorie': 1 kilocalorie (kcal) is 1000 calorieën.


Ondervoeding: inname < verbranding
Overgewicht: inname > verbranding

Slide 22 - Slide

Schrijf in je agenda
Huiswerk (7.3 deel 2):
Lezen blz. 41 t/m 49
Maken en nakijken opdr. 9, 10, 12, 13, 16, 18 t/m 24, 26.

Slide 23 - Slide