This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 2 Weerstand en immuniteit
Gezondheid deel 1
Mevrouw Voort
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Lesplanning
Theorie Weerstand en immuniteit
Opdrachten maken
Slide 3 - Slide
Lesdoel
Je kunt uitleggen hoe het immuunsysteem van een koe werkt.
Slide 4 - Slide
Weerstand
Of een dier ziek wordt van de ziekteverwekkers in de omgeving, hangt af van de weerstand van een dier.
Het afweer vermogen om de gezondheid te handhaven in een besmette omgeving.
Slide 5 - Slide
Afweersysteem
Het afweersysteem van een koe is opgebouwd uit twee typen: de algemene (of niet specifieke) afweer en de specifieke afweer.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Algemene weerstand
Werkt tegen ziekteverwekkers in het algemeen.
Eerste verdedigingslinie (Huid en slijmvliezen)
Tweede verdedigingslinie (Witte bloedcellen)
Slide 8 - Slide
Algemene weerstand wordt bepaald door:
1e verdedigingslinie: huid en slijmvliezen
2e verdedigingslinie: witte bloedcellen
Specifieke weerstand: bestaat uit antistoffen die de koe aanmaakt om een bepaalde ziekteverwekkers te lijf te gaan
Slide 9 - Slide
Algemene weerstand is afhankelijk van:
Aangeboren invloeden
Leeftijd
Productiestadium en voedingstoestand
Conditie van de eerste verdedigingslinie
Conditie van de tweede verdedigingslinie
Slide 10 - Slide
Immuniteit
Immuniteit: specifieke bescherming (afweer) tegen één ziekte
Passieve immuniteit =
Het dier hoeft niets te doen (passief) via biest of afweerstoffen ingespoten
Actieve immuniteit =
Het dier heeft de ziekte zelf doorlopen en maakt antistoffen aan, of
Het dier is gevaccineerd en maakt hierdoor antistoffen aan
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Eerste verdedigingslinie
Waaruit bestaat deze 1e linie?
Huid, beharing en slijmvliezen
Een huid die intact is biedt optimale bescherming
Beschadiging door verwondingen, parasieten, vocht, kou en ziekten
Slide 13 - Slide
Tweede verdedigingslinie
Wordt gevormd door witte bloedcellen
Gaan als detectives te werk en sporen de ziekteverwekker op en vernietigen deze
Slide 14 - Slide
Antigenen
Lichaamsvreemde stof,
bijvoorbeeld ziekteverwekkers en entstof
Vorming van teveel antistoffen = allergie
Inspuiten van bloed van het ene dier bij een ander dier kan leiden tot het aanmaken van antistoffen. In de ene bloedgroep zitten antistoffen tegen de anderen bloedgroep.
Slide 15 - Slide
Immuniteit
Door een ziekte te doorlopen en de ziekteverwekker te verslaan, word je immuun voor de ziekteverwekker.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Aan de slag
Groep 1
Bedenk 5 meerkeuze vragen over weerstand
Groep 2
Bedenk 5 meerkeuze vragen over immuniteit
Inleveren via email
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Wat is de weerstand?
Slide 22 - Mind map
Waarvan is de algemene weerstand afhankelijk?
A
Aangeboren invloeden
B
Leeftijd, productie stadium
C
Eerste en tweede verdedigingslinie
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 23 - Quiz
Wat is immuniteit?
Slide 24 - Mind map
De functie van de huid als afweerlinie is:
A
Vormt een ondoordringbare laag, heeft goedaardige bacteriën
B
Houden ziektekiemen tegen, werken ziektekiemen naar buiten/naar de keelholte
C
Zijn kleverig, zorgen ervoor dat ziekteverwekkers blijven plakken
Slide 25 - Quiz
Hoe komt het dat een gewricht dat ontstoken is helemaal dik, warm en pijnlijk wordt?
A
Door alle virussen in het gewricht
B
Er ontstaat een ontstekingsreactie
C
Door dat het gewricht minder goed doorbloed is
Slide 26 - Quiz
Welke functie heeft de huid van een dier?
A
Maakt vitamine c aan
B
Beschermt tegen infecties
C
Stoot bacteriën af
D
Maakt bloedcellen aan
Slide 27 - Quiz
Wat is de functie van de lever?
A
productie van gal om vetten beter te verteren
B
zuiveren van het bloed
C
aanmaak en opslag van verschillende stoffen in het lichaam
D
A, B en C zijn allemaal functies van de lever
Slide 28 - Quiz
Wat is de functie van de nieren?
A
maken witte bloedlichaampjes aan
B
nemen voedingsstoffen op.
C
regelen de lichaamstemperatuur
D
halen ongewenste stoffen uit het bloed.
Slide 29 - Quiz
Wat wordt er bij een dier ingespoten bij een vaccinatie
A
Verzwakte of dode ziekteverwekkers
B
Een primer
C
Een diergeneesmiddel
D
Antistoffen
Slide 30 - Quiz
Hoeveel ademhalingen per minuut heeft een gezonde koe
A
10-30
B
30-50
C
50-60
D
25-45
Slide 31 - Quiz
Welke cellen starten de specifieke (verworven) afweer?