Heb je specifieke vragen? Zijn er onderwerpen die beslist nog even aangesneden zouden moeten worden tijdens dit vragenuurtje?
1 / 13
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Heb je specifieke vragen? Zijn er onderwerpen die beslist nog even aangesneden zouden moeten worden tijdens dit vragenuurtje?
Slide 1 - Open question
Endocriene klier
Exocriene klier
Speekselklier
Hypofyse
Bijnier
Zweetklier
Schildklier
Oorsmeerklier
Slide 2 - Drag question
Steroid hormoon
Peptidehormoon
Vetoplosbaar
Polair
Wateroplosbaar
Hormoon-receptor-complex zorgt voor transcriptie
Apolair
Receptor in plasmamembraan
Second messenger zorgt voor transcriptie
Receptor in cytosol
Slide 3 - Drag question
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel
Slide 4 - Drag question
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel
Impulsen naar spieren geleiden
Impulsen van zintuig naar CZS geleiden
Cellichaam ligt net buiten het CZS
Cellichaam ligt in het CZS / uitloper erbuiten
Zenuwcel ligt in z'n geheel in het CZS
Slide 5 - Drag question
Hartslag, temperatuurregeling
Coördinatie van bewegingen
Bewuste waarneming en bewuste aansturing van dwarsgestreepte spieren
Hersenstam
Grote hersenen
Kleine hersenen
Slide 6 - Drag question
Orthosympathicus
Parasympathicus
Pupilverwijding
Afname hartslagfrequentie
Afname hartslagfrequentie
Toename hartslagfrequentie
Stimulering glucose afgifte (lever)
Stimulering darmperistaltiek
Afname ademhalingsfrequentie
Remming van darmperistaltiek
Slide 7 - Drag question
Buitenkant axon
Binnenkant axon
Veel Na+
Weinig Na+
Weinig K+
Veel K+
Negatief geladen bij rustpotentiaal
Positief geladen bij rustpotentiaal
Slide 8 - Drag question
Wat is de invloed van progesteron op de eisprong?
A
De eisprong wordt gestimuleerd
B
De eisprong wordt geremd
Slide 9 - Quiz
Van welk type terugkoppeling is hier sprake?
A
Positieve feedback
B
Negatieve feedback
Slide 10 - Quiz
In welk diagram is een actiepotentiaal weergegeven?
A
Diagram 1
B
Diagram 2
C
Diagram 3
Slide 11 - Quiz
De hoeveelheid neurotransmitter, die per tijdseenheid door een bepaalde zenuwcel in een synapsspleet wordt gebracht, is niet constant. Waar hangt deze hoeveelheid vanaf?