Les 4

Endocriene klier
Exocriene klier
Speekselklier
Hypofyse
Bijnier
Zweetklier
Schildklier
Oorsmeerklier
1 / 11
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Endocriene klier
Exocriene klier
Speekselklier
Hypofyse
Bijnier
Zweetklier
Schildklier
Oorsmeerklier

Slide 1 - Drag question

Bij welk type klier is sprake van 'secretie'?
A
Endocriene klier
B
Exocriene klier

Slide 2 - Quiz

Steroid hormoon
Peptidehormoon
Vetoplosbaar
Polair
Wateroplosbaar
Hormoon-receptor-complex zorgt voor transcriptie
Apolair
Receptor in plasmamembraan
Second messenger zorgt voor transcriptie
Receptor in cytosol

Slide 3 - Drag question

Bijnier
Nier
Schildklier
Eilandjes van Langerhans
Thyroxine
Adrenaline
Insuline
EPO
Glucagon

Slide 4 - Drag question

Hoe heet onderdeel Q?
A
Eilandjes van Langerhans
B
Bijnier
C
Hypofyse
D
Schildklier

Slide 5 - Quiz

Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel

Slide 6 - Drag question

Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel

Slide 7 - Drag question

Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel

Slide 8 - Drag question

Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
Schakelcel
Impulsen naar spieren geleiden
Impulsen van zintuig naar CZS geleiden
Cellichaam ligt net buiten het CZS
Cellichaam ligt in het CZS / uitloper erbuiten
Zenuwcel ligt in z'n geheel in het CZS

Slide 9 - Drag question

Hormoonstelsel
Zenuwstelsel

Hormonen
Impulsen
Snelle werking
Trage werking
Lange werking
Korte werking
Regeling bereikt de plaats via uitlopers van zenuwcellen
Regeling bereikt de plaats via het bloed

Slide 10 - Drag question

In welk onderdeel wordt je ademhaling en hartslag geregeld?
A
Onderdeel 1
B
Onderdeel 2
C
Onderdeel 3

Slide 11 - Quiz