11.5 erfelijke aandoeningen les 1

Startopdracht:
Lees de tekst op blz. 121
1. Wat wordt er weergegeven in een stamboom?
2. Waarmee wordt een man aangegeven en waarmee een vrouw?



timer
3:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Lees de tekst op blz. 121
1. Wat wordt er weergegeven in een stamboom?
2. Waarmee wordt een man aangegeven en waarmee een vrouw?



timer
3:00

Slide 1 - Slide

Stamboom-onderzoek
Onderzoek naar erfelijke aandoeningen in de familie. 

Wordt vaak gedaan wanneer er ernstige aandoeningen in de familie zijn. 

Doel: vroegtijdig behandelen 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Stambomen
D.m.v. een stamboom kun je er vaak achter komen of een eigenschap recessief of dominant is en dus berekenen hoe groot de kans is om een aandoening/eigenschap te erven

2 gezonde ouders met een ziek kind  -> aandoening is recessief en de ouders zijn drager (heterozygoot)

Slide 4 - Slide

Wat is het genotype van de vader?

Wat is het genotype van kind 2?
A
Vader AA Kind Aa
B
Vader Aa Kind aa
C
Vader aa Kind Aa
D
Vader AA Kind aa

Slide 5 - Quiz

Oefenen
In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind (?). Hoe groot is de kans dat dit kind albinisme heeft? Maak een kruisingsschema.

Slide 6 - Slide

Antwoord
In de afbeelding is een stamboom de overerving van albinisme bij een gezin weergegeven. De ouders uit dit gezin krijgen krijgen een vierde kind (?). Hoe groot is de kans dat dit kind albinisme heeft? Maak een kruisingsschema.
2 gezonde ouders met een ziek kind -> aandoening is recessief en de ouders zijn drager (heterozygoot)

Dus: vader: Aa, moeder: Aa

Kans op een kind met
albinisme: 25%
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 7 - Slide

Aangeboren afwijkingen

Kan ontstaan door:
1. Een fout in een gen (mutatie): erfelijke aandoening
2. Een fout bij de vorming van geslachtscellen  
3. Schadelijke stoffen of ziekteverwekkers

Slide 8 - Slide

Mutaties
  • Plotselinge verandering van het DNA
  • Een organisme met gemuteerd allel in fenotype: mutant.
  • Mutatie in lichaamscel: genotype in de andere lichaamscellen verandert niet
  • Als in een geslachtscel een mutatie voorkomt, kan de mutatie worden doorgegeven aan de nakomelingen. 

Slide 9 - Slide

Werken met een stamboom, vul de genotypen in de stamboom in gebruik de letter a
Maak opdracht 5 in je werkboek op blz 122

Slide 10 - Slide

Opdracht 5 - Alleen de genotype van Michiel en Kirsten kan je niet uit de stamboom halen

Aa     Aa     Aa       Aa      Aa              Aa          aa                Aa
A?             aa
aa            Aa
aa              A?            Aa             aa

Slide 11 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 11.5
Maken: opdr. 2 t/m 9

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 12 - Slide