What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
zelfstandig naamwoord groep 6-7
zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naam woord is een woord waar je meestal een lidwoord voor moet zetten.
het huis
een stoel
de kinderen
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6,7
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naam woord is een woord waar je meestal een lidwoord voor moet zetten.
het huis
een stoel
de kinderen
Slide 1 - Slide
zelfstandig naamwoord
Je kunt een zelfstandig naamwoord meestal in het enkelvoud en meervoud zetten.
het glas - de glazen
de school - de scholen
een bord - de borden
Slide 2 - Slide
zelfstandig naamwoord
Je kunt een zelfstandig naamwoord vaak verkleinen.
de kasten - de kastjes
het papier - het papiertje
een lamp - het lampje
Slide 3 - Slide
zelfstandig naamwoord
namen van personen (Dagmara, Hosam)
namen van plaatsen (Amsterdam, Bladel)
namen van bedrijven (Nike, Apple)
Slide 4 - Slide
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
de
B
meisjes
C
praten
D
altijd
Slide 5 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
dan
B
de
C
eten
D
appels
Slide 6 - Quiz
Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
Emma
B
Amsterdam
C
stopt
D
cola
Slide 7 - Quiz
De oude man loopt naar het huis.
schrijf hieronder de zelfstandige naamwoorden
Slide 8 - Open question
De telefoon is tijdens de wedstrijd kapot gegaan.
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
A
Telefoon, kapot
B
Telefoon, wedstrijd
C
Tijdens, wedstrijd
D
Tijdens, kapot
Slide 9 - Quiz
De directeur stemde in met het ontslag.
A
De
B
Directeur
C
Stemde
D
Ontslag
Slide 10 - Quiz
Is Otto nooit geattendeerd op deze wensen van klanten?
A
Otto
B
wensen
C
klanten
D
deze
Slide 11 - Quiz
De meisjes waren trots op hun mooie rapporten.
A
meisjes
B
trots
C
hun
D
rapporten
Slide 12 - Quiz
Jij hebt Emily alsnog gefeliciteerd met haar verjaardag.
A
Jij
B
Emily
C
Verjaardag
D
Haar
Slide 13 - Quiz
Welk toneelstuk in Amsterdam zal ik eens gaan bekijken?
ww
A
zal
B
eens
C
gaan
D
bekijken
Slide 14 - Quiz
Welk toneelstuk in Amsterdam zal ik eens gaan bekijken?
zn
A
toneelstuk
B
Amsterdam
C
eens
D
welk
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
31-3 taalles Bijvoeglijke naamwoorden
March 2023
- Lesson with
32 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
Praktijkonderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs
Speciaal Onderwijs
MBO
HBO
WO
Beroepsopleiding
vmbo lwoo, b, k
Leerroute VL
Leerroute VB
Leerroute VK
Leerjaar 2
31-3 taalles Bijvoeglijke naamwoorden
December 2022
- Lesson with
22 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
Grammatica herhaling donderdag 9 maart
March 2023
- Lesson with
29 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
24-1 taalles Bijvoeglijke naamwoorden
October 2023
- Lesson with
22 slides
NT2
Basisschool
Middelbare school
vmbo lwoo
Groep 1
Leerjaar 1
Taaltijgers 2: lw, zn, ww, bn
February 2022
- Lesson with
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 5-7
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Kerst
13 days ago
- Lesson with
49 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Kerst
5 days ago
- Lesson with
49 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2