Kwaliteit en veiligheid

Kwaliteit en veiligheid
1 / 37
next
Slide 1: Slide
OnderzoekWOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Kwaliteit en veiligheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
De (aanstaande) coassistent is:
- op de hoogte van beleid t.a.v. kwal. en veiligheid binnen VUmc
- op de hoogte van het ziekenhuisaccreditatie-traject (JCI) 
- kent de 6 Internationale Patiënt Safety Goals (IPSG)
- op de hoogte van relevante wetten, richtlijnen en regelgeving

HANDBOEK KWALITEIT EN VEILIGHEID CANVAS

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

IPSG 2 effectieve communicatie
Sinds 1 week ligt dhr Janssen geboren 12-11-1958 opgenomen op jouw afdeling jouw afdeling interne geneeskunde op kamer 12.
Opname in verband met een pneumonie waarvoor hij behandeld wordt met antibiotica (augmentin) i.v. sinds 5 dagen. In de voorgeschiedenis heeft hij COPD en diabetes mellitus type II. Hij gebruikt tiotropium inhalatie en metformine.
Patiënt heeft geen allergieën en een volledig beleid.
RR (vanochtend): 130/80mmhg, P: 80/min reg/eq, sat 98% zonder O2. AF: 12/min. CRP dalende (nu 110) en leucocyten 7.8 Hij wil in geval van nood gereanimeerd worden.
Sinds vanochtend heeft hij over zijn hele lichaam een rode huiduitslag die jeukt. Je denkt aan een geneesmiddelovergevoeligheid en wil de dermatoloog in consult vragen om mee te kijken.


Slide 4 - Slide

OPDRACHT 
Draag deze patiënt over via de SBAR methode

3 studenten/4 breakoutrooms
5-10min


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

IPSG 3: Vallen de volgende medicamten onder hoog risico medicatie?IPSG 3: Vallen de volgende medicamten onder hoog risico medicatie?
Wel hoog risico
Geen hoog risico
Acenocoumarol
Oxycodon tabletten
Prednison tabletten

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Relevantie handen wassen - COVID

• Onvoldoende/onjuist toepassen van handhygiëne en handschoenwissels;
• Verkeerde volgorde en fouten bij aan- en uittrekken van Persoonlijke Beschermingsmiddelen;
• Onjuiste opslag van steriele en niet-steriele materialen.

Slide 12 - Slide

IPSG 6 Valpreventie
In de tekst staat beschreven dat bij iedere patiënt een valrisico inventarisatie moet plaats vinden binnen 24 uur na opname. Wat zal er denk je gebeuren als de uitkomst hiervan verhoogd is?

Slide 13 - Slide

Antwoorden
“Maatregelen genomen worden om het risico op vallen te reduceren. Bijvoorbeeld hulpmiddelen zoals een stof of een rolstoel beschikbaar stellen voor patient(e)”

“Indien er een verhoogd valrisico is voor de patiënt zal dit kenbaar gemaakt worden naar alle behandelaars. Het zal vermeld worden in het patiëntendossier. Daarnaast zullen er denk ik extra maatregelen worden getroffen om het valrisico te verkleinen”
“Inventarisatie maken over het specifieke valrisico, met daarbij de mogelijke oorzaken. Aansluitend zullen er gepaste interventies plaatsvinden om het valrisico te minimaliseren. Bijv informeren/adviseren van patiënt maar ook doorverwijzing naar bijv oogarts”


Slide 14 - Slide

Welke maatregelen kun je nemen om het valrisico te verminderen?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

De coassistent en de wet

-Arbeidstijdenbesluit  Dit besluit regelt arbeids- en rusttijden

-Wet BIG  Deze wet stelt eisen aan deskundigheid van zorgprofessionals

-WGBO    Deze wet regelt de rechten van depatiënt

-AVG    De algemene verordening gegevensbescherming zorgt dat de privacy van patiënten, medewerkers, onderzoeksdeelnemersstudenten en vrijwilligers goed beschermd
wordt.

- Wet zorg en dwang/ wet verplichte GGZ



- Wet zorg en dwang 



- Wet verplichte GGZ



Slide 17 - Slide

De coassistent en de wet
De coassistent en de wet

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Mevrouw 70 j delier, verward. trekt telkens infuus er uit. Mag je mevrouw fixeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Huisarts. Vrouw 70 jaar dementie. Geen familie. Ernstig ziek. Je twijfelt wat wijsheid is: wel of geen ziekenhuisopname. Wie neemt hier een beslissing over?
A
Patiënte zelf
B
De behandelend arts
C
De persoon die bij haar is
D
Onafhankelijk arts

Slide 21 - Quiz

Je bent basisarts en gaat een nieuwe patiënt zien. Bij aanvang van het gesprek legt hij zijn telefoon op tafel een zet opname aan. Mag je weigeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

INFORMED CONSENT
Niet alleen bij ingrepen, maar ook bij het voorschrijven van medicatie zijn veel bijwerkingen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan het voorschrijven van opiaten aan patiënten. Hoe moet de arts een afweging maken welke bijwerkingen hij wel/niet vooraf moet vermelden aan de patiënt?

Slide 23 - Slide

ANTWOORDEN
“Als de bijwerking voor de patient een grote impact kan hebben en het dagelijks functioneren kan beinvloeden. Denk bijvoorbeeld aan invloed op de rijvaardigheid”
 

“Ten eerste moeten veel voorkomende bijwerkingen gemeld worden, maar ook zeldzame bijwerkingen die ernstige gevolgen hebben”

“Ja. bij mensen die gevoelig zijn voor verslaving kan je beter geen opiaten oid geven wat ook verslavend is”.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

EPIC / Elektronisch patientendossier

Slide 27 - Slide

Je hebt een patiënt op de SEH gezien. Drie dagen later ben je benieuwd wat de uiteindelijke diagnose is. Je zoekt de patiënt op in het elektronische patiënt dossier. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Een SEH arts van een ander ziekenhuis belt om informatie op te vragen over een patiënt die bij jullie in het ziekenhuis bekend is. Geef je de informatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Je gaat met co’s van de int lunchen. Tijdens de lunch wordt door een van de co’s een patiënt aangehaald die veel indruk heeft gemaakt. Je denkt de patiënt te herkennen en vraagt de co naar de naam van de patiënt. Mag deze co de naam van de patiënt noemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

De moeder van een volwassen patiënt belt om te vragen hoe het gaat. Beantwoord je haar vraag?

A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Infectiepreventie en eigen gezondheid

Je bent infuus aan het prikken in de les
(zie afbeelding). Wat gaat hier goed en 
fout ten aanzien van veilig prikken 
(voorkomen van prikaccidenten)?

Slide 32 - Slide

Calamiteit / Incident / Fout

Slide 33 - Slide

Een verpleegkundige heeft door naamsverwisseling per abuis de verkeerde patiënt metformine gegeven. Patiënt is erg boos hoe dit heeft kunnen gebeuren en dient een klacht in. Hij heeft geen bijwerkingen ondervonden van de medicatie. Wat is waar?
A
Dit is een incident
B
Dit is een calamiteit
C
Dit is een complicatie

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Coschappen

Slide 36 - Mind map

Werk op COVID afdeling

Slide 37 - Mind map