H3 paragraaf 4 fascisme en Hitler komt aan de macht
Amerika
Fascisme en opkomst nationaalsocialisme(Interbellum part 2.)
Wat weet je aan het eind van de les?
-Kenmerken van het fascisme
- Wat waren de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten?
- opkomst van Hitler en zijn machtsovername.
Leg aub je boek - laptop ingelogd in Lessonup en aantekeningen klaar!!!
H3 Par. 4
H4 Par. 1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Amerika
Fascisme en opkomst nationaalsocialisme(Interbellum part 2.)
Wat weet je aan het eind van de les?
-Kenmerken van het fascisme
- Wat waren de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten?
- opkomst van Hitler en zijn machtsovername.
Leg aub je boek - laptop ingelogd in Lessonup en aantekeningen klaar!!!
H3 Par. 4
H4 Par. 1
Slide 1 - Slide
In deze les:
Quiz met herhaling van republiek van Weimar
Instap filmpje, Musolini
kenmerken van het fascisme
filmpje over opkomst van Hitler en de machts overname
aantekening, Musolini, Hiltler in de politiek, hitler rijkskanselier, Hitlers populariteit.
Wat te maken.
afsluitende vraag, laat mij het weten.
Slide 2 - Slide
De Republiek van Weimar duurde van
A
1933 - 1945
B
1919 - 1929
C
1919 - 1933
D
1918 - 1939
Slide 3 - Quiz
Was de republiek van Weimar succesvol?
A
Ja, er kwam eindelijk een democratie in Duitsland
B
Ja, veel Duitsers stonden achter deze regering
C
Nee, veel Duitsers voelden zich verraden door Weimar
D
Nee, de republiek van Weimar was een dictatuur
Slide 4 - Quiz
In 1929...
A
was de economische crisis
B
kwam Hitler aan de macht
C
viel Hitler Polen binnen
D
werd Hitler gearresteerd.
Slide 5 - Quiz
Hoe heet het boek van Hitler?
→
A
Mein Kamp
B
Hitler
C
Mein Krieg
D
Mein Kampf
Slide 6 - Quiz
In welk jaar en in welke plaats vond de Bierkellerputsch(staatsgreep Hitler) plaats?
A
1919 in Berlijn
B
1921 in Hamburg
C
1923 in München
D
1925 in Frankfurt
Slide 7 - Quiz
0
Slide 8 - Video
Mussolini
Hitler bewonderde de fascistische (=extreemrechts) leider van Italië,
Hitler vond dat de tijd was gekomen voor een Mars op München (en zelfs Berlijn): een staatsgreep om de zwakke regering af te zetten.
Lukte dat?
Slide 9 - Slide
Fascisme
Kenmerken.
Nationalisme
Een sterke leider
Gebruik van geweld
Slide 10 - Slide
Lezen kenmerken fascisme blz. 170 + 172
En maak vraag 6 tm 9 op blz. 171 tm 173
timer
15:00
Slide 11 - Slide
Hitler in de politiek
Hitler's ideeën:
Verdrag van Versailles is slecht
Alles wat fout gaat is de schuld van Joden en Communisten
Duitsland heeft Lebensraum (levensruimte) nodig.
Er moet één sterke leider komen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hitler wordt rijkskanselier
30 januari 1933
Hoewel Hitler nu rijkskanselier is én leider van de grootste partij in de Rijksdag, heeft hij niet de meerderheid in het Duitse parlement.
Hij zal dus altijd moeten samenwerken met andere partijen.
En dat vindt hij afschuwelijk: te lang praten om er samen uit te komen...
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Machtingswet
De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort, zonder goedkeuring van het Duitse parlement.
Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim)
Gelijkschakeling: iedereen moet zich houden aan de ideologie van de Nazi's
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Open question
Zelfstandig werken
Maak online H4.1 -- opdracht 1 t/m 10
timer
20:00
Slide 20 - Slide
Welk kenmerkend aspect is nog meer een reden voor de opkomst van Hitler?
A
politieke stromingen
B
crisis van het wereldkapitalisme
C
propaganda en nieuwe communicatiemiddelen
D
totalitaire ideologieën
Slide 21 - Quiz
Historici leggen vaak het verband tussen de opkomst van Hitler en de economische situatie in Duitsland in de jaren twintig. Welk begrip is een directe oorzaak voor het aan de macht komen van Hitler?
A
Beurskrach
B
Dawesplan
C
Hyperinflatie (1923)
D
Herstelbetalingen
Slide 22 - Quiz
Bewering: Hitlers opkomst is voor een deel te danken aan het beïnvloedden van de massa via de media
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Wat is een totalitaire staat?
A
De staat bepaalt wat je denkt en hoe je doet
B
De staat bepaalt wat je eet en hoe je doet
C
Je bepaalt zelf wat je denkt en hoe je doet
D
Een democratie met een grondwet
Slide 24 - Quiz
Wat is geen kenmerk van een totalitaire staat?
A
Tegenstanders worden opgesloten in strafkampen.
B
Journalisten mogen kritiek uiten op de overheid.
C
Er is een dictator aan de macht.
D
Op school leren kinderen over de staatsideologie.
Slide 25 - Quiz
Hitler's populariteit stijgt
vanaf 1934
Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland.
Zolang je niet tot een minderheid hoort, pluk je de vruchten van zijn beleid.
Door grootschalige werkverschaffingsprojecten daalt de werkloosheid snel, en krijgen Duitsers weer zelfvertrouwen én nationalistische gevoelens.
Slide 26 - Slide
De jeugd wordt geïndoctrineerd .
Nazi-ideeën met de paplepel ingegoten.
Hitlerjugend (jongens)+
Bund Deutscher Mädel (meisjes)
Nazi Duitsland
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Video
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen