Adviesrapport in heldere taal

Adviesrapport in heldere taal
Waarom?

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsHBOStudiejaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Adviesrapport in heldere taal
Waarom?

Slide 1 - Slide

ga naar lessonup.app
tik de code in

Slide 2 - Slide

Welke formuleerfouten ken je nog van jaar 1 Beschikking herschrijven?

Slide 3 - Open question

Een heldere tekst bevat weinig
  1. (te) lange zinnen of zinnen zonder verband
  2. passieve zinnen
  3. voorzetseluitdrukkingen
  4. naamwoordconstructies
  5. zinnen met een lange aanloop
  6. tangconstructies
  7. dubbele ontkenningen

Slide 4 - Slide

Stel jezelf altijd de vraag welke stijl passend is
 

Ter aanvulling van de voorgaande e-mail: ik studeer HBO-rechten en zit momenteel in het vierde studiejaar. Ik ben voornemens om in periode C het afstudeertraject te volgen, echter is het voor mij onduidelijk wat precies de essentie is van het afstudeeronderzoek. Dit heeft met name betrekking op de vragen of aanwezigheid bij de organisatie waar het praktijkprobleem zich afspeelt noodzakelijk is, alsmede welke onderdelen in het onderzoek aan bod dienen te komen. Ik wil u vriendelijk verzoeken om mij van een nadere toelichting te voorzien, zulks zodat mijn zoektocht tijdig kan aanvangen, ik wil immers niet in tijdnood komen.

Voor wie schrijf je en wat voor soort tekst schrijf je?
 
 

Slide 5 - Slide

STARR-verslag, stageleerplan, adviesrapport
  • STARR = een persoonlijk verslag waarin je reflecteert: sowieso in de ik-vorm, in actieve zinnen, persoonlijk = ik-vorm
  • Stageleerplan = over jou, ik-vorm, beknopt, zakelijk(er), actieve zinnen

  • Onderzoeksrapport = een formeel rapport
  • Vorm/stijl: niet persoonlijk, maar wel toegankelijk. Tegenwoordige tijd! Zoveel mogelijk de formuleerfouten vorm en schrijf actief waar mogelijk. Je zult niet overal aan passieve zinnen ontkomen.

Slide 6 - Slide

Er zullen vragen gesteld worden over de huidige werkwijze en de ervaring van de medewerker.
A
lange aanloop
B
naamwoordconstructie
C
tangconstructie
D
passieve zin

Slide 7 - Quiz

Hoe schrijf je actief in een 
formele tekst (zoals je adviesrapport) 
  • Passief = In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe... 
  • Passief = In dit onderzoek wordt gericht op... 
  •  Ga het 'onbezield onderwerp’ gebruiken
  • Actief met onbezield onderwerp = Dit hoofdstuk beschrijft hoe...
  • Actief met onbezield onderwerp = Dit onderzoek richt zich op... 
  • Of gooi een zin gewoon eens om! 
  • In dit hoofdstuk wordt beschreven --> Daarom staat in dit hoofdstuk centraal hoe.... 
Wees je bewust van de kracht van een actieve tekst! 

Slide 8 - Slide

Dan komen nu de formuleerfouten
doe mee met de code

Slide 9 - Slide

Passieve zin
  • Er zullen vragen gesteld worden over de huidige werkwijze en de ervaring van de medewerker. 
  • Wie stelt er vragen?
  • Een heldere tekst is concreet en actief. 
  • De gemeenteambtenaar stelt vragen over de huidige werkwijze en de ervaringen van de medewerker. 

Slide 10 - Slide

De taak was het uitzoeken of er mogelijkheden zijn naar het bezwaar maken tegen dit reglement.
A
lange aanloop
B
passieve zin
C
naamwoordconstructie
D
voorzetseluitdrukking

Slide 11 - Quiz

Naamwoordconstructie
  • De taak was het uitzoeken of er mogelijkheden zijn naar het bezwaar maken tegen dit reglement. 
  • Zet werkwoorden als werkwoorden in de zin = actief
  • Een heldere tekst is concreet en actief. 
  • Het was zijn taak om uit te zoeken of er mogelijkheden zijn om bezwaar te maken tegen dit reglement.

Slide 12 - Slide

In de praktijk is het niet duidelijk dat de burn-out is ontstaan als gevolg van de verrichte arbeid.
A
dubbele ontkenning
B
voorzetseluitdrukking
C
naamwoordconstructie
D
tangconstructie

Slide 13 - Quiz

Voorzetseluitdrukking
  1. In de praktijk is het lastig aan te tonen dat de burn-out is ontstaan als gevolg van de verrichte arbeid. 
  2. Als gevolg van, met behulp van, ten behoeve van, etc. --> ze maken teksten stroperig en over-formeel’ als je er veel gebruikt
  3. Vaak kun je ze makkelijk vervangen met 1 voorzetsel   
  4.  In de praktijk is het lastig aan te tonen dat de burn-out is ontstaan door de verrichte arbeid. 
  5. Actief: In de praktijk is het lastig aan te tonen dat de verrichte arbeid de burn-out heeft veroorzaakt.   

Slide 14 - Slide

Zo stelt de wet dat de bijstandsgerechtigde de gemeente over wijzigingen betreffende de woonsituatie op grond van artikel 17 Participatiewet informeert.
A
lange aanloop
B
naamwoordconstructie
C
passieve zin
D
tangconstructie

Slide 15 - Quiz

Tangconstructie
  • Zo stelt de wet dat de bijstandsgerechtigde de gemeente over wijzigingen betreffende de woonsituatie op grond van artikel 17 Participatiewet informeert. 
  • Zet (zo dicht mogelijk) bij elkaar wat bij elkaar hoort - wat is dat hier?
  • 'de bijstandsgerechtigde informeert'
  • Zo stelt de wet dat de bijstandsgerechtigde de gemeente informeert over wijzigingen betreffende de woonsituatie op grond van artikel 17 Participatiewet.

Slide 16 - Slide

Een heldere tekst is ondubbelzinnig
  • Zo stelt de wet dat de bijstandsgerechtigde de gemeente informeert over wijzigingen betreffende de woonsituatie op grond van artikel 17 Participatiewet.
  • Kun je deze zin op twee manieren lezen?
  • Lees je: informeren op grond van artikel 17?
  • of: wijzigingen op grond van artikel 17?

Slide 17 - Slide

De beroepsgrond dat het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden omdat het primaire besluit onbevoegd is genomen door het college van burgemeester en wethouders, kan de rechtbank niet volgen.
A
passief
B
te lange zin
C
lange aanloop
D
tangconstructie

Slide 18 - Quiz

Lange aanloop
  • De beroepsgrond dat het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden omdat het primaire besluit onbevoegd is genomen door het college van burgemeester en wethouders, kan de rechtbank niet volgen. 
  • Zet de kern van de zin voorop
  • De rechtbank kan de beroepsgrond niet volgen dat het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden omdat het primaire besluit onbevoegd is genomen door het college van burgemeester en wethouders. 
  • Mooi is nog steeds anders! En de zin is ook nog passief: het besluit is genomen door 

Slide 19 - Slide

Lees deze zin:
Hij ontkende niet dat hij dat niet had gezegd.

Wat is de dubbele ontkenning?
A
ontkende niet, niet gezegd
B
Er is geen dubbele ontkenning
C
Ik weet niet wat een dubbele ontkenning is
D
ontkende niet

Slide 20 - Quiz

Dubbele ontkenning
  • Hij ontkende niet dat hij dat niet had gezegd.
  • Ontkennen = niet toegeven
  • Niet ontkennen = niet niet toegeven = toegeven 

  • Weigeren = niet toestaan 
  • Niet ondubbelzinnig = dubbelzinnig

Slide 21 - Slide

Leg verbanden met signaalwoorden   




  • Een tekst zonder verbanden is snel vaag en onduidelijk
  • Verbanden zijn belangrijke elementen voor heldere taal 
  • Signaalwoorden: daarom, zodat, bovendien, namelijk, voordat, echter...
  • Leg verbanden tussen alinea’s en tussen zinnen in alinea’s

Slide 22 - Slide

Hoe ziet een heldere alinea eruit? 
  • Binnen een paragraaf bevat iedere alinea een nieuw deelonderwerp 
  • Een goede alinea bevat een kernzin
  • De rest van de alinea bevat daarbij een toelichting/ uitweiding/ voorbeeld. 
  • Voorbeeld: 
  • 'Roos had een een opvallende gewoonte. [kernzin] Als ze zat te studeren, kauwde ze op haar lange donkere haren. Soms zoog ze een puntje aan een lange lok. [voorbeelden] 

Slide 23 - Slide

Let op congruentie
Het is gebleken dat de manier waarop mijn collega's de situatie hebben aangepakt, niet het resultaat bracht waar zij op hoopte.

X heeft mij uitgelegd dat ik daar moet opnemen in welke functie cliënt werkzaam zou zijn en wat zijn doorgroeimogelijkheden zou zijn geweest. 

Hierbij dient dus alle relevante schadeposten (met juridische onderbouwing) uiteengezet te worden, een voorstel te worden gedaan aan de wederpartij etc. 

Slide 24 - Slide

Congruentie gaat vaak fout 
  • Het team = enkelvoud
  • Zij behandelen bezwaren = incongruent
  • Hoe verwijs je? Mannelijk of vrouwelijk?
  • Het team = hij: Hij behandelt bezwaren 
  • mooier: De medewerkers van het team behandelen de  bezwaren

Slide 25 - Slide

Wissel af 

Slide 26 - Slide

TOT SLOT: BALANS
  • In jaar 1 gold: je mag de formuleerfouten nooit maken
  • Nuancering: een tekst met een enkele formuleerfout kan  helder zijn. Maak je er veel, dan gaat het mis. 
  • Kijk kritisch naar je tekst: laat even liggen; lees hardop; snap je zelf wat er staat?
  • Schrijf altijd waar mogelijk actief en leg heldere verbanden

Slide 27 - Slide

Is dit opfriscollege te snel/te kort 
en wil je meer weten? 

  • Mail francine.smink@hu.nl, dan voeg ik je toe aan de Canvassite van Publiekrecht 1.
  • Daar vind je filmpjes met uitleg en het werkboek Beschikking herschrijven, met theorie en oefeningen. 
  • Houd je rooster in de gaten voor ons Taalloket. Taaldocenten kunnen ook een paragraaf meelezen. Mail naar: taalkwestieshbr@hu.nl 

Slide 28 - Slide