onderwerp

Onderwerp
Les doel: je leert wat het onderwerp van een zin is
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Onderwerp
Les doel: je leert wat het onderwerp van een zin is

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over het onderwerp?

Slide 2 - Open question

Wat is het onderwerp?
- Wie-deel
- kan één of meerdere woorden zijn

Slide 3 - Slide

Hoe vind je het onderwerp?
- Wie-doet-vraag




Slide 4 - Slide

Wie-vraag
Hij gaat met mij een luchtje scheppen.

Wie gaat met mij een luchtje scheppen?

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?
Ze kriebelen aan zijn benen en armen.


Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?
Kim speelt een paar liedjes op de piano. 

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?
De auto moet naar de garage. 

Slide 8 - Slide

Wat is hier het onderwerp?
De uil bezorgt een brief.

Slide 9 - Open question

Wat is hier het onderwerp?
Merel houdt erg veel van chocola.

Slide 10 - Open question

Aan het werk!
→ taaloefenen.nl


Slide 11 - Slide