Proefwerk voorbereiding

Voorbereiding proefwerk H7
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Voorbereiding proefwerk H7

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je de 4 overheden én hun taken beschrijven
2) Weet je hoe de overheid ons gedrag kan beïnvloeden
3) Weet je waarom de overheid sommige taken zelf doet
4) Weet je het verschil tussen collectieve en particuliere sector
5) Weet je wat privatisering is

Slide 2 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.1
  • Welke overheden zijn er?

Slide 3 - Slide

Overheden
  • Het rijk
  • Provincies
  • Gemeenten
  • Waterschappen

Slide 4 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.1
  • Welke overheden zijn er?
  • Hoe beïnvloed de overheid ons gedrag?

Slide 5 - Slide

Hoe kan de overheid ons (koop)gedrag beïnvloeden?
Gedrag stimuleren
 Door subsidies voor bijvoorbeeld duurzame innovaties 
(zonnepanelen, elektrische auto's)

Slide 6 - Slide

Hoe kan de overheid ons (koop)gedrag beïnvloeden?
Gedrag afremmen
Milieubelasting
Energiebelasting
Accijnzen op ongezonde producten (tabak, alcohol)

Slide 7 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.1
  • Welke overheden zijn er?
  • Hoe beïnvloed de overheid ons gedrag?
  • Wat is privatisering?

Slide 8 - Slide

Privatiseren of marktwerking gebruiken?
Bij privatiseren verkoopt overheid een (collectieve) dienst of activiteit aan particuliere sector.

Redenen om te privatiseren:
  • taken geen verantwoordelijkheid meer voor overheid
  • bedrijven doen het beter en/of goedkoper

Slide 9 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.1
  • Welke overheden zijn er?
  • Hoe beïnvloed de overheid ons gedrag?
  • Wat is privatisering?
  • Verschil collectieve sector en particuliere sector?

Slide 10 - Slide

Collectieve vs particuliere sector
Collectieve sector: UWV, Gemeente Velsen, Belastingdienst
  • overheid/overheidsorganisaties
  • geen doel om winst te maken

Particuliere sector: Tata Steel, Telstar, Albert Heijn
  • burgers en bedrijven
  • bedrijven wel doel om winst te maken

Slide 11 - Slide

Herhalingsopdrachten
Maak opdrachten 1 t/m 7a

Slide 12 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.2
Waarom is er sociale zekerheid (in Nederland)?
Hoe wordt de sociale zekerheid betaald?
Welke soorten verzekeringen en voorzieningen zijn er?
Hoe wordt de sociale zekerheid betaald?
Hoe blijft de sociale zekerheid betaalbaar?

Slide 13 - Slide

Waarom is er sociale zekerheid (in Nederland)?

1. Door het solidariteitsbeginsel = de sterken helpen de zwakken

Slide 14 - Slide

Hoe wordt de sociale zekerheid betaald?
- Door sociale verzekeringen & sociale voorzieningen

Slide 15 - Slide

Waaruit bestaat sociale zekerheid?
  • Sociale verzekeringen  = betaald door sociale premies van werkenden
  1. Werknemersverzekeringen = voor mensen die hebben gewerkt (WW, WIA)
  2. Volksverzekeringen = voor iedereen (AOW, ANW)


  • Sociale voorzieningen = betaald uit belastinggeld
Bijvoorbeeld bijstandsuitkering en (huur/zorg)toeslagen

Slide 16 - Slide

ANW

Slide 17 - Slide

Hoe houden we de sociale zekerheid betaalbaar?
  1. Verhoging AOW-leeftijd, was altijd 65, is nu gekoppeld aan levensverwachting
  2. Participatiewet = meer mensen met een bijstandsuitkering of mensen met een beperking aan een baan helpen

Slide 18 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.2
Waarom is er sociale zekerheid (in Nederland)?
Hoe wordt de sociale zekerheid betaald?
Welke soorten verzekeringen en voorzieningen zijn er?
Hoe blijft de sociale zekerheid betaalbaar?

Slide 19 - Slide

Herhalingsopdrachten
Maak opdrachten 8 t/m 13 = huiswerk

Slide 20 - Slide

Proefwerk voorbereiding 7.3
Wat zijn de belangrijkste inkomsten van het rijk?
Welke inkomsten heeft een gemeente?
Wat is het verschil tussen directe belastingen en indirecte belastingen?
Welke andere inkomsten heeft rijk nog meer?

Slide 21 - Slide

Wat zijn de belangrijkste inkomsten van het rijk? Belastingen via:

Inkomstenbelasting
Winstbelasting
BTW
Accijnzen

Slide 22 - Slide

Wat zijn de inkomsten van het rijk? 
Geen belasting:

Boetes
Winsten van overheidsorganisaties (Staatsloterij) 

Slide 23 - Slide

Welke inkomsten heeft een gemeente?

Van het Rijk
Gemeentebelastingen (afval)
Nieuw rijbewijs en paspoort

Slide 24 - Slide

Directe- en indirecte belastingen

Slide 25 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.3
Wat zijn de belangrijkste inkomsten van het rijk?
Welke inkomsten heeft een gemeente?
Wat is het verschil tussen directe belastingen en indirecte belastingen?
Welke andere inkomsten heeft rijk nog meer?

Slide 26 - Slide

Herhalingsopdrachten
Maak opdrachten 14 t/m 18 blz. 209

Slide 27 - Slide

Voorbereiding proefwerk 7.3
  • wat de rijksbegroting en miljoenennota met elkaar te maken hebben
  • waar de overheid op let bij haar uitgaven
  • hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat
  • wat de staatsschuld is

Slide 28 - Slide

Prinsjesdag (3e dinsdag van september)
Troonrede: Koning leest plannen voor volgend jaar voor:
  1. Rijksbegroting: Verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk in het komende jaar
  2. Miljoenennota: Toelichting op de rijksbegroting (met belangrijkste keuzes, plannen en kosten van de regering)

Slide 29 - Slide

Overheidsuitgaven
Grootste deel overheidsuitgaven naar sociale zekerheid en zorg
Ieder jaar vragen ministeries om extra investeringen, kan dat?

Prioriteiten stellen

Slide 30 - Slide

Geld over of geld tekort?
  • Begrotingstekort: Overheidsuitgaven hoger dan overheidsinkomsten
  • Begrotingsoverschot: Overheidsinkomsten hoger dan overheidsuitgaven

Wat gebeurt er met de belastinginkomsten als meer mensen werken?

Slide 31 - Slide

De overheid leent geld
Bij begrotingstekort leent overheid geld van: 
banken, verzekeraars, pensioenfondsen, burgers. (staatsobligaties)

Overheid betaalt rente en aflossing.

Staatsschuld
= schuld van overheid door geld lenen in alle jaren met een begrotingstekort

Slide 32 - Slide

Herhalingsopdrachten
Maak opdrachten 19 t/m 25 blz. 209

Slide 33 - Slide