Herhalingsles

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Open je boek bij basisstof 1
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Open je boek bij basisstof 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Soorten stengels
Bij verschillende soorten planten zijn er andere vormen van stevigheid.

  • Houtachtige planten: in deze stengels zit veel hout. 
  • Kruidachtige planten: Deze stengels zijn alleen stevig als de   wortels voldoende water opnemen.


Slide 6 - Slide

Bladeren

Slide 7 - Slide

Vatenstelsel van een plant

Slide 8 - Slide

Van organisme naar cel

Slide 9 - Slide

Weefsel
Groep cellen met dezelfde vorm en functie vormen een weefsel.
botweefsel
spierweefsel
zenuwweefsel

Slide 10 - Slide

Tussencelstof
Stoffen die tussen de cellen van een weefsel zitten.

Slide 11 - Slide

Weefsels van planten

Slide 12 - Slide

Huidmondje

Slide 13 - Slide

Jaarringen
Het cambium is een weefsel wat vlak onder de schors ligt.

Het vormt houtcellen richting het midden van de stam.


Slide 14 - Slide

Jaarringen
In de lente groeit de boom snel.
- grote en lichtgekleurde cellen.

In de zomer groeit de boom minder snel.
- kleinere en donkergekleurde cellen.

In herfst en winter groeit de boom niet.

Slide 15 - Slide

Dierlijke cellen
Celmembraan: dun vlies wat de cel bij elkaar
houdt.
Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel.
Celkern: regelcentrum van de cel.
Kernmembraan: de buitenkant van de 
celkern.

Slide 16 - Slide

Plantaardige cellen
Celwand: zorgt voor stevigheid.
Vacuole: blaasje gevuld met vocht. Opslag van
stoffen en geeft stevigheid.
Plastiden: Korrels met een speciale functie.

Slide 17 - Slide

Plastiden
Bladgroenkorrels
- Groene delen van de plant
- Fotosynthese

Slide 18 - Slide

Plastiden
- Kleurstofkorrels

- Bloemen en vruchten
- Geven de opvallende kleur

Slide 19 - Slide

Plastiden
Zetmeelkorrels
- Zitten in bijv. aardappels
- Slaan zetmeel op

Slide 20 - Slide

De celkern


Celkern -> het regelcentrum van de cel.
Binnen in de celkern ligt alle informatie die
daar voor nodig is.

Slide 21 - Slide

Chromosomen
Chromosomen: lange dunne draden met alle nodige informatie om te regelen wat er in de cel gebeurt.

Slide 22 - Slide

Chromosomen
Lichaamscellen: De cellen waaruit je lichaam is opgebouwd.
  • In de celkern van een menselijke cel liggen 46 chromosomen.

Slide 23 - Slide

De bouw van DNA

Slide 24 - Slide

DNA
De vier basen: A, T, G en C.

Deze basen vormen paren.
  • A en T
  • G en C

Dit noem je een basenpaar.



Slide 25 - Slide

DNA
Alle cellen in het lichaam hebben hetzelfde DNA, maar cellen gebruiken alleen de informatie die voor die cel nodig is.

Slide 26 - Slide

Erfelijke eigenschappen
De informatie in je DNA erf je van je ouders.
- De helft van je moeder en de helft van je vader.

Erfelijke eigenschappen zijn eigenschappen die je van je ouders erft.
- Oogkleur, huidskleur, vorm van het gezicht.



Slide 27 - Slide

Genen
Gen: alle basenparen die nodig zijn voor een eigenschap.

Slide 28 - Slide

Celdeling
  1. In de moedercel worden chromosomen in de celkern gekopieerd.
  2. Er ontstaan twee kernen, met beide 46 chromosomen. 
  3. De cel deelt zich, waaruit twee dochtercellen ontstaan.
  4. Plasmagroei zorgt er voor dat cytoplasma aangemaakt wordt.

Slide 29 - Slide

De celcyclus

Slide 30 - Slide

Stamcellen
Stamcellen: cellen die zich oneindig kunnen delen.
- Zorgen voor groei en herstel

Na celdeling kunnen deze cellen zich specialiseren.
- Stamcellen in spieren -> spiercellen
- Stamcellen in het beenmerg -> verschillende soorten cellen     (vetcel, een botcel of een bloedcel)

Slide 31 - Slide