Passé composé met avoir

LE PASSÉ COMPOSÉ 
met avoir 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LE PASSÉ COMPOSÉ 
met avoir 

Slide 1 - Slide

De passé composé, wat was dat ook alweer?

Slide 2 - Mind map

De passé composé (in het Nederlands)
De passé composé, de voltooid tegenwoodige tijd, bestaat altijd uit twee werkwoorden. 

1. Een hulpwerkwoord
2. Een voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Kennisactivatie!
Er volgt zo een verhaaltje in het Nederlands. Noteer steeds het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord uit de zin.

Voorbeeld: Marie heeft gisteren een ijsje gegeten.

Slide 4 - Slide

Noteer de werkwoorden in de p.c.
Gisteren heb ik een uitstapje naar de Efteling gehad. Daar hebben we over de straten gelopen. Iedereen heeft een ijsje gegeten. Behalve mijn broer . Hij heeft geen ijsje genomen. Net als mijn zus. Zij hebben voor een hamburger gekozen. Zo hebben wij allemaal iets lekkers genuttigd. De zon heeft de hele dag geschenen. Het heeft ons veel plezier gedaan.

Slide 5 - Slide

En francais
In het Frans bestaat de passé composé ook uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

Stap 1: het hulpwerkwoord
Jullie leren de passé composé nu vervoegen met het hulpwerkwoord avoir.

Slide 7 - Slide

.
Ken je het rijtje van "avoir" nog? ?
avoir...... avoir.......
       mmmm....
Zorg ervoor dat je dit rijtje herhaalt!

Slide 8 - Slide

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :

Slide 9 - Slide

Stap 2: het voltooid deelwoord
Jullie leren voltooid deelwoorden te maken van regelmatige werkwoorden op -ER. Daarnaast leren jullie drie uitzonderingen.

Slide 10 - Slide

Hoe maak je het?
Haal -er van het hele werkwoord af, plak é erbij.
Parler wordt parlé
Chanter wordt chanté


                                 
Het voltooid deelwoord is bij iedere persoon hetzelfde (ik heb gegeten, jij hebt gegeten, wij hebben gegeten)

Slide 11 - Slide

Drie uitzonderingen
In plaats van hele werkwoord -er + é krijg je bij de volgende werkwoorden een vaste vorm als voltooid deelwoord:
avoir : eu (gehad)
être: été (geweest)
faire: fait (gemaakt)

Dus: ik heb gemaakt = j'ai fait

Slide 12 - Slide

Oefenen!
We gaan nu oefenen zoals het ook op het SO wordt getoetst. Het hele werkwoord staat al in het Frans tussen haakjes geschreven. 

Slide 13 - Slide

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Marc ... (manger) des tapas.

Slide 14 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Vous ... (travailler) dans un camping?

Slide 15 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Sophie et Lisa ... (aimer) danser.

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
J' ... (faire) mes devoirs.

Slide 17 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Tu ... (jouer) à la console souvent?

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vorm van de passé composé in.
Nous ... (être) au musée.

Slide 19 - Open question

Ik ken het rijtje van avoir
0100

Slide 20 - Poll

Ik kan zelf een passé composé in het Frans maken
0100

Slide 21 - Poll