Koolstofchemie karakteristieke groepen 2

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4-6

Koolstofchemie

karakteristieke groepen 2

alkynen, aldehyden, ketonen, aromaten, aminozuren, 

fenolen, ethers, cyclo alkanen

Wat moet op de open plekken worden ingevuld?

Voorvoegsel wordt:

Verkorte notatievorm, lees op hoekpunten en kruispunten een C-atoom.

Stamlengte is :

Achtervoegsel wordt:

-on

3

-al

aldehydegroep

-oxo

ketongroep

4

Sleep de stoffen naar de juiste plek...

Is het een organische stof of niet?

organische stof

geen organische stof

suiker

koolstofdioxide

butaan

vetten

zwavelzuur

water

etheen

Welke karakteristieke groep 

is hiernaast afgebeeld?

1. fenylgroep
2. ketongroep
3. aldehydegroep
4. carboxylgroep

Welke uitgang moet je 

achter de stam zetten bij 

deze structuurformule?

1. -aan
2. -yn
3. -een
4. -enyn

In welke tabel kan je triviale namen vinden van stoffen?

1. 25A
2. 66A
3. 66C
4. 66D

Waar hoort de volgende formule bij?

CnH2n-2

1. alkanen
2. alkenen
3. alkynen
4. alkenynen

Welke achtervoegsel moet je vervoegen bij een aminozuur?

1. -amine
2. -hydroxyl
3. -amino
4. -zuur

Hoeveel zuurgroepen bevat een trizuur?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke karakteristieke groep 

is hiernaast afgebeeld?

1. aldehydegroep
2. carboxylgroep
3. hydroxylgroep
4. ketongroep

Als een ketongroep niet de hoofdgroep is, welk voorvoegsel gebruik je dan?

1. -oxo
2. -amino
3. -hydroxy
4. -alkoxy

Welke karakteristieke groep van de volgende 

4 mogelijkheden heeft de hoogste prioriteit?

1. halogeengroep
2. alcoholen
3. carbonzuren
4. aminen

Welke stam moet je

bij deze structuurformule

gebruiken?

1. benzeen
2. fenyl
3. cyclohexaan
4. cyclononaan

Welke karakteristieke groep 

is hiernaast afgebeeld?

1. ethergroep
2. ketongroep
3. aldehydegroep
4. alcoholgroep

Geef de naam van de volgende structuurformule:

(let op notatie)

Geef de naam van de volgende structuurformule:

(let op notatie)

- er zijn 2 halogeengroepen en verder geen andere belangrijke 

karakteristieke groepen. 

- je nummert zo laag mogelijk voor de groepnaam met de beginletter die het eerst in het alfabet komt. Broom krijgt dus het laagste plaatsnummer. broom & fluor

- telwoorden gebruik je niet om deze nummering te bepalen! (voorbeeld monobroom & monofluor)

- leesrichting is dus vanaf broom tegen de klokrichting in.

- let op dat er geen cirkel in het binnenste staat, dus dit is geen benzeen!

- stam vervoegen met cyclohexaan

Antwoord: 1-broom-2-fluorcyclohexaan

Geef de naam van de volgende structuurformule:

(let op notatie)

Geef de naam van de volgende structuurformule:

(let op notatie)

- er zijn 2 karakteristiekegroepen; een broomgroep en een 

hydroxylgroep.

- echter zit de hydroxylgroep gelijk verbonden met de benzeenring 

dus dit krijgt de naam benzenol of fenol

- telling begint bij de hydroxylgroep en de broomgroep moet je dan vanuit daar de laagste telling meegeven.

- leesrichting is dus vanaf de hydroxylgroep met de klokrichting mee gelezen.

Antwoord: 3-broombenzenol of 3-broomfenol

ethers

esters

ketonen

Sleep de stoffen naar de juiste plaats

methylethanoaat

propanon

methoxyethaan

Vanilline, het hoofdbestanddeel van vanille, behoort tot de klasse van welke stoffen?

1. aldehyden
2. ketonen
3. ethers
4. esters

Lucy voert een destillatie uit.
Ze destilleert een mengsel van ether (kookpunt 34,6) en ethanol (kookpunt 78,4).
Wat is bij deze destillatie het destillaat?

1. ethanol
2. ether

Dit is een

1. ester
2. aldehyde
3. ether
4. keton

Wat is het meest opmerkelijke gevarenaspect van de stof ether? Gebruik binas.

1. bijtend
2. verslavingsgevaar
3. zeer giftig
4. explosie gevaar

Dit is een

1. ester
2. aldehyde
3. ether
4. keton

Wat is de molecuulformule
van benzeen ?

1. C8H8
2. C6H8
3. C6H6
4. C8H6

Buteen (C4H8) is een...

1. zout
2. moleculaire stof
3. metaal
4. ion

Benzeen is een verzadigde koolwaterstof.

1. waar
2. niet waar

Welke eigenschap moet een koolwaterstof hebben voor een additie reactie?

1. Een alcoholgroep (-OH)
2. Een zuurgroep (-COOH)
3. Hij moet onverzadigd zijn
4. Hij moet verzadigd zijn

De additie van waterstof aan but-1-een geeft hetzelfde molecuul als de additie van waterstof aan but-2-een

1. Waar
2. Niet waar

additie of
condensatie?

1. additie
2. condensatie

als je chloorethaan wil maken, kan dat via additie en substitutie, wat is juist (meerdere antwoorden mogelijk)?

1. 
2. 
3. 
4. 

De substitutie van ethaan met 1 molecuul broom (Br2) geeft:

1. 1,2 dibroomethaan en H2
2. broomethaan en HBr