2.3 Patronen: de politieke en sociale wereldkaart

2.3 Patronen: De politieke en sociale wereldkaart

H2 Wereldbeeld

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

2.3 Patronen: De politieke en sociale wereldkaart

H2 Wereldbeeld

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Noteer 4 mogelijke redenen die kunnen verklaren waarom sommige gebieden dunbevolkt zijn

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

De bevolkingsdichtheid =...
A
gem. aantal inwoners per vierkante meter
B
gem. aantal inwoners in een stad
C
gem. aantal inwoners per vierkante km
D
De manier waarop de bevolking is verdeeld

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen
Je leert:
-aan de hand van politieke indicatoren tot een indeling van de wereld komen;
-het democratisch gehalte van een land beoordelen;
-verklaren waarom (groepen) landen samenwerkingsverbanden aangaan;
uitleggen waarom goed onderwijs het ontwikkelingspeil van een land kan bevorderen. 









Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Waar gaat deze kwestie over?
Noem 1 begrip. Denk aardrijkskundig.

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Soevereine staat
  • Mag als enige macht uitoefenen over bevolking en grondgebied
  • 2022: 195 staten


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Politiek stelsel
Verschillende manieren van besturen:
  • Democratie: vrije verkiezingen (Nederland)
  • Beperkte democratie: gecontroleerde verkiezingen (Wit-Rusland)??? 
  • Dictatuur: autoritair bestuurd (N-Korea)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Met de democratie index meet je het democratisch gehalte.
Hierin zijn de ... opgenomen
A
mensenrechten
B
inkomens
C
belastingswetten
D
emancipatie regels

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een land kan lid worden van de EU als het een democratie is.
Maar wat is een democratie?
A
De koning regeert en maakt de wetten
B
Het kabinet regeert en maakt alle wetten
C
De Tweede Kamer maakt alle wetten en kiezen de regering.
D
Het volk kiest zijn vertegenwoordigers en die besturen het land

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

In China is er sprake van een democratie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Ontwikkelingen sinds 1990
  1. Sinds 1990 neemt aantal democratische landen toe.
  2. Het democratisch gehalte in rijke landen is in het algemeen hoger dan in arme landen.
  3. Onderwijs kan bijdragen aan het democratisch gehalte van een land.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bestuurskracht
  • Zwakke staten: gezag niet in hele land -> Verschillende etnische en religieuze groeperingen.

  • 'Failed states'

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zijn deze kaarten objectief?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Machtsverdeling
  • Tot 1990: Bipolair
  • Welke landen zouden dit zijn geweest?

  • Nu: ontstaan multipolair machtssysteem
  • Wereldwijd?
  • Regionaal? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Op zoek naar 'vrienden'
  • Grootmachten gaan op zoek naar 'vrienden'
  • Regionale samenwerkingsverbanden tussen kleine landen
(ASEAN, EU)


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

Onderwijs, de motor tot ontwikkeling

  • Hoe?
  • Slecht onderwijs zorgt voor talentverlies --> terwijl een goed opgeleide bevolking een belangrijke voorwaarde is om op lange termijn tot ontwikkeling te komen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Conclusie
Hoe staat het met het democratische gehalte van alle soevereine staten?

Wat kan je hier nu over zeggen?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Stoplicht!
Je krijgt een stelling te zien en je moet een kleur omhoog steken als je het er:

• groen voor “Ik ben het ermee eens”
• rood voor “Ik ben het ermee oneens”

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Stelling 1
"Jonge democratieën zoals die in Oost-Europese landen tonen aan dat de overgang naar een democratisch bestuur niet noodzakelijk leidt tot een daadwerkelijke toename van vrijheid voor burgers."

Slide 30 - Slide

Casusvraag: Wat zijn de belangrijkste obstakels voor een jong-democratisch land om te transformeren naar een stabiele democratie?
Stelling 2
"Zwakke staten zoals Somalië of Jemen hebben geen toekomst zonder internationale steun, ondanks de risico’s van bemoeienis."

Slide 31 - Slide

Casusvraag: Hoe kan internationale samenwerking fragiele staten ondersteunen zonder hun soevereiniteit te ondermijnen?
Stelling 3
"Interne conflicten op basis van etniciteit en religie in fragiele staten zijn een belangrijkere bedreiging voor stabiliteit dan armoede."

Slide 32 - Slide

Casusvraag: Wat is effectiever in het stabiliseren van fragiele staten: economische ontwikkeling of conflictbemiddeling?
Stelling 4
"Regionale samenwerkingsverbanden zoals de RCEP zijn een bedreiging voor de invloed van traditionele grootmachten zoals de VS en de EU."

Slide 33 - Slide

Casusvraag: Hoe kunnen de EU en de VS strategisch omgaan met de groeiende macht van samenwerkingsverbanden zoals de RCEP?
Stelling 5
"Onderwijs is de enige duurzame oplossing voor het verminderen van armoede en ongelijkheid wereldwijd."

Slide 34 - Slide

Casusvraag: Wat moet prioriteit krijgen: het verbeteren van toegang tot onderwijs of het verhogen van de kwaliteit van onderwijs in ontwikkelingslanden?

Slide 35 - Link

This item has no instructions

Geen vrijheid 
Beperkte vrijheid 
Vrije staatsvorm 
Democratie 
Beperkte democratie 
Dictatuur 

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Tijdens de Koude oorlog was de wereld vooral ...
A
bipolair
B
multipolair

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Voor 1990 had de wereld een bipolaire economie, met 2 grootmachten. Welke grootmacht was er, naast de VS?
A
Rusland
B
China
C
Japan
D
Sovjet-Unie

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken
Opdrachten 1, 3 en 4
Samenvattingsopdracht par 2.3 blz.79






Slide 39 - Slide

This item has no instructions