Les 2 - Consumentengedrag

Les 2 - Consumentengedrag
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ConsumentengedragMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 2 - Consumentengedrag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Week 1: Jouw consumentengedrag
Week 2: De beïnvloeding door de omgeving
Week 3: De beïnvloeding door de producent
Week 4: Consumentengedrag door de jaren heen
Week 5: Pasen
Week 6: Vervalt i.v.m. Body World
Week 7: Uitloop + eindopdracht
Vakantie
Week 8: Afronding

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wist je dat de cursus consumentengedrag...
... maar 5 lessen heeft? 
... tijdens de stage een opdracht wordt uitgevoerd?
... niet wordt afgesloten met een toets, maar met een cijfer voor       de opdracht? 
... het een heel interessant vak is? 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:

  • kun jij 3 vragen opstellen om de consument te kunnen beschrijven; 
  • kun jij toelichten wie consumenten zijn; 
  • kun jij toelichten wat consumentengedrag is en hoe dit wordt gevormd. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Even opfrissen!
Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat versta jij onder consumenten?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

"Mensen die producten, gemaakt door andere mensen, aanschaffen, gebruiken en afdanken. "

"Mensen die producten, gemaakt door andere mensen, aanschaffen, gebruiken en afdanken. "


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou jij de consumenten op je stagebedrijf omschrijven?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Consumentengedrag
  • Het gedrag ten aanzien van goederen en diensten waarvoor een prijs wordt bepaald;
  • Maar kan ook een bezoek  aan het buurtcentrum of stadspark zijn.  

De prijs is symbolisch en vormt geen reden om wel of niet te komen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij van de volgende stelling:
"Het gaat bij consumentengedrag alleen om producten van commerciële bedrijven".
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quiz

Consumenten hebben te maken met het ziekenhuis. 
Wat vind jij van de volgende stelling:
"De mens is consument van het ziekenhuis"
A
Eens
B
Oneens

Slide 11 - Quiz

Consumenten hebben te maken met het ziekenhuis. Het ziekenhuis heeft namelijk een aanbod van goederen en diensten, deze worden weliswaar wellicht door de verzekering betaald. Consumenten kunnen tevreden  of ontevreden zijn. 
Consument en beïnvloeding
  • Kennis en inzicht in consumentengedrag is belangrijk voor het sturen van het gedrag. 

  • Promotie is erg belangrijk bij het aansturen op gedrag.

  • Creativiteit

Slide 12 - Slide

Kennis en inzicht in consumentengedag is een belangrijk onderdeel bij het sturen van gedrag. Ze stellen iemand in staat om de consument te beïnvloeden, de consument te sturen in de gewenste richting. 

Hierbij vindt het product, de prijs, plaats maar ook promotie een belangrijke rol. Promotie leidt het meest tot de verbeelding. Creativiteit is daarbij belangrijk. Het is een eerste vereiste om klanten te krijgen en te houden. Echter is creativiteit alleen effectief als de basis wordt gevormd door kennis van de consument. 

Door middel van het volgende instrument worden deze variabelen in kaart gebracht. 
Het wiel van consumentengedrag

Slide 13 - Slide

Het wiel draait om zijn as door middel van spaken die de buitenste ring bij elkaar houden. De buitenste ring is het consumentengedrag. Dat gedrag wordt in beweging gebracht en gehouden door drie groepen 'spaken:

Groep 1: Persoonseigenschappen van de consument;
  • Persoonlijkheid en levensstijl; 
  • waarneming en leren; 
  • motivatie, behoeften en waarden; 
  • attitude en verandering van attitude; 
  • beslissen. 
Groep 2: De directe sociale omgeving (als lid van een groep);
  • het gezin; 
  • referentiegroepen. 
Groep 3: De maatschappij waarvan hij deel uit maakt. 
  • Culturele invloeden; 
  • Subculturele invloeden; 
  • Sociale klasse; 
  • Internet. 

Consumentengedrag
Wordt gevormd door verschillende gedragsvormen: 
  • Communicatiegedrag: afhankelijk van de hoeveelheid informatie die je wilt krijgen over diensten en goederen; 
  • Koopgedrag: afhankelijk van het artikel dat je wilt kopen en hoeveel geld je hebt. 
  • Winkelgedrag: afhankelijk van het artikel dat je wilt kopen en hoe leuk je het vindt om te winkelen
  • Gebruiksgedrag: afhankelijk van het doel waarvoor je iets koopt, de waarde van het artikel en de kennis die je er over hebt. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bespreken van de eindopdracht
Het doel van deze opdracht is om het consumentengedrag van de klanten van jouw stagebedrijf te onderzoeken. 
Eisen: 
  • 15 respondenten; 
  • 10 vragen in de enquête; 
  • Overzichtelijke weergave van de resultaten; 
  • 3 verbeterpunten opstellen voor de stagebegeleider; 
  • Uiterlijk 14 juni doorgeven hoe je gaat presenteren;
  • Presentatie in week 7 (maandag 28 juni).

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag! 
  • Ga met je buurman of buurvrouw sparren over het onderzoek dat jij gaat uitvoeren. 

Aan het einde van deze sparsessie hebben jullie 3 vragen opgesteld om de consument op stage te kunnen beschrijven. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:

  • kun jij 3 vragen opstellen om de consument te kunnen beschrijven; 
  • kun jij toelichten wie consumenten zijn; 
  • kun jij toelichten wat consumentengedrag is en hoe dit wordt gevormd. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions