oefenen leesvaardigheid: les 27, 28, 40 en 41

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Oefenen leesvaardigheid

Les 27, 28, 40 & 41

Dinsdag proefwerk leesvaardigheid

Leerstof :

Les 27: Doel van een alinea

Les 28: Woordspeling en beeldspraak

Les 40: Informatie verzamelen voor samenvatten

Les 41: Schrijven van een samenvatting

Noem twee functies die het slot van een tekst kan hebben

Tekst 1

Lees tekst 1.
Wat is de functie van de inleiding?
De schrijfster ....

Tekst 1

1. geeft een reden waarom zij de tekst schrijft
2. geeft een samenvatting van de hele tekst
3. geeft een voorbeeld bij het onderwerp van de tekst
4. stelt een vraag die verder op in de tekst beantwoord wordt

Wat is er volgens conciërge Buizer veranderd ten opzichte van vroeger?
Noem twee dingen.

Tekst 1

Lees alinea 2.
In welk deel van de zin zie je beeldspraak?

Tekst 1

1. lopen niet meer met XL rugzakken
2. alsof er een rode loper ligt
3. al 33 jaar werkzaam op een school
4. het aantal kinderen met vier ouders

Hoe hangen de alinea's
3 t/m 9 met elkaar samen?

Tekst 1

1. geeft de schrijfster een reden waarom conciërges en docenten het werken op de middelbare school zo leuk vinden
2. wordt uitgelegd waarom pubers op middelbare scholen in Nederland zich op een bepaalde manier gedragen
3. worden voorbeelden gegeven van de dingen die op middelbare scholen hetzelfde zijn gebleven gedurende de afgelopen jaren
4. geeft de schrijfster aan hoe scholen en leerlingen in de loop van de tijd zijn veranderd

In alinea 3 staat de zin: Vervolgens komt de kudde in beweging om van lokaal te wisselen. Waarom is het woord kudde hier beeldspraak?

Tekst 1

Lees alinea 4.
Wat is in deze alinea een woordspeling?

Tekst 1

1. en je wordt overvallen door een 'oh ja-gevoel'
2. die geur en het welbekende conciërgehok
3. En dan weet ik op tijd hoe laat het is
4. Ja, draai dat ventiel maar dicht hoor

Bekijk tekst 1 nog een keer.
Wat is in één zin het onderwerp van deze tekst?

Tekst 1

Noteer twee wh-vragen die je over tekst 1 zou kunnen stellen.

Tekst 1

Hoe komt het dat een klas nooit alleen maar druk of alleen maar rustig is?

Tekst 1

Tekst 2

Lees tekst 2 (dit is een samenvatting van tekst 1)
Noteer één punt dat goed is aan deze samenvatting

Tekst 2

Geef een verbeterpunt over de samenvatting bij tekst 2

Tekst 2