This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Programma
Kennis vorige les ophalen m.b.v. LessonUp
Uitleg stappenplan
Oefenen
Afsluiting
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Ik kan bepalen welke soorten energie aanwezig zijn in een bepaalde situatie.
Ik kan de wet van behoud van energie toepassen m.b.v. het stappenplan.
Slide 2 - Slide
Als een voorwerp niet stilstaat, bezit het altijd kinetische energie.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Een voorwerp op een bepaalde hoogte bezit altijd zwaarte-energie (hoogte-energie)
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Overal waar wrijvingskracht werkt, ontstaat warmte.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Bij alle overdrachten en omzettingen van energie blijft de totale hoeveelheid energie altijd evenveel.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Een steen valt 20 meter naar beneden. Welke soorten energie bezit de steen op 10 meter hoogte?
A
alleen kinetische energie
B
alleen zwaarte-energie
C
kinetische en zwaarte-energie
D
warmte
Slide 7 - Quiz
Een steen wordt 2 meter boven de grond vastgehouden en valt daarna naar beneden. Als we Fw verwaarlozen, geldt dat Ez op 2 meter hoogte gelijk is aan Ek bij de grond.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Een steen wordt 2 meter boven de grond vastgehouden en valt daarna naar beneden. Als we Fw NIET verwaarlozen, geldt dat Q + Ez op 2 meter hoogte gelijk is aan Ek bij de grond.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Een kogel boort zich 10 cm in een boomstam en komt tot stilstand. De kinetische energie waarmee de kogel de boom treft, is na 10 cm allemaal warmte (Q) geworden.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Een kogel boort zich 10 cm in een boomstam en komt tot stilstand. De warmteontwikkeling (Q) tijdens het afremmen is gelijk aan de arbeid van de remmende kracht.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Als we de wrijvingskracht verwaarlozen, geldt dat alle voorwerpen die vanaf dezelfde hoogte naar beneden vallen met dezelfde snelheid de grond raken.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Stap 1
Bepaal locatie A voor een gebeurtenis
en B na die gebeurtenis.
Slide 13 - Slide
Stap 2
Noteer voor A en B welke soorten energie aanwezig zijn.
Bijvoorbeeld:
A: Etot → Ez + Ek
B: Etot → Ek + Q
Warmte (Q) door wrijving ontstaat tijdens de gebeurtenis.
Daarom moet Q worden opgeteld bij B.
Slide 14 - Slide
Stap 3
Stel Etot in A gelijk aan Etot in B.
(dus bij het voorbeeld van stap 2)
Ez + Ek = Ek + Q
(in A) (in B)
Slide 15 - Slide
Stap 4
Vergelijking uitwerken - invullen - oplossen
Ez + Ek = Ek + Q
mgh + ½mv^2 = ½mv^2 + Q
Let op: Links van de = geldt voor positie A, rechts voor B.
Q = Fw x s of Q = F(rem) x s
Alleen met m in ALLE termen, mag je m wegdelen.
Slide 16 - Slide
Samenvatting stappenplan
Bepaal Locatie A en B
Noteer alle soorten energie in A en in B
Noteer de vergelijking
Vergelijking uitwerken - invullen - oplossen
Pas dit nu toe op vraag 42
Slide 17 - Slide
Noteer kort wat in deze les duidelijker is geworden voor jou.