Leesvaardigheid signaalwoorden klas 3 en 4

Lesen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesen

Slide 1 - Slide

VERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN

Hoe zie je het verband in een (lees)tekst?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Uitbreiding / opsomming 
Reden / oorzaak
Tegenstelling
Gevolg / conclusie 
Voorbeeld
Beperking
deshalb (daarom)
außerdem (bovendien)
aber (maar)
denn (want)
etwa (bijvoorbeeld)
nur (slechts, alleen maar)

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Herken jij het verband?
Beantwoord de vragen op de volgende dia's.

Slide 8 - Slide

Wenn du nicht studierst, wirst du nicht durchkommen (slagen) bei der Abschlussprüfung.

wenn= ...
A
tegenstelling
B
voorwaarde
C
vergelijking
D
versterking

Slide 9 - Quiz

Nur so wird er glaubwürdig.
nur = ...
A
Gevolg / conclusie
B
Beperking
C
Voorbeeld geven / concreet maken
D
Tegenstelling

Slide 10 - Quiz

1.Er ist ein guter Fußballspieler, aber er spielt auch gut Tennis.
aber= ...
A
Tegenstelling
B
Gevolg/ conclusie
C
Voorbeeld geven
D
Uitbreiding/ opsomming

Slide 11 - Quiz

Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = ...
A
reden/verklaring
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorbeeld geven

Slide 12 - Quiz

In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen.
zum Beispiel = ...
A
voorbeeld geven
B
vergelijking
C
reden/verklaring
D
uitbreiding/opsomming

Slide 13 - Quiz

Er geht nicht mit, weil es regnet.

weil= ....
A
gevolg/ conclusie
B
uitbreiding/ opsomming
C
tegenstelling
D
reden/ verklaring

Slide 14 - Quiz

Lernziel
Am Ende der Stunde kennst du verschiedene Signalwörter.
Zum Beispiel: jedenfalls; aber, sogar

Slide 15 - Slide

Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 16 - Quiz

Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = ...
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 17 - Quiz

Zusammengefasst:
  • Wil je teksten goed kunnen begrijpen zijn signaalwoorden belangrijk.
  • Signaalwoorden leggen verbanden tussen zinnen, zinsdelen, alinea's van een tekst. (tegenstelling/verklaring/uitbreiding enz.)
  • LEER DE SIGNAALWOORDEN EN DE VERBANDEN DIE ZE LEGGEN DUS GOED

Slide 18 - Slide

An die Arbeit!
Was? Text 10+11 und 14+15
Wie lange? 20 Minuten
Fertig? Kijk na via Teams - Bestanden - leesvaardigheid

Slide 19 - Slide

Tschüss

Slide 20 - Slide