What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Signaalwoorden leren en oefenen
Signaalwoorden
Teksten
en
signaalwoorden
oefenen
voor leestoets in de toetsweek
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Signaalwoorden
Teksten
en
signaalwoorden
oefenen
voor leestoets in de toetsweek
Slide 1 - Slide
Lernziel/ Leerdoel
- Am Ende der Stunde kennst du verschiedene Signalwörter.
- Weißt du warum Signalwörter so wichtig sind?
- Weten dat signaalwoorden verbanden aangeeft tussen alinea`s en tussen zinnen
Slide 2 - Slide
Signaalwoorden
Nederlands
Slide 3 - Mind map
NU
Signaalwoorden
Duits
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Er geht nicht mit, weil es regnet.
weil = ....
A
gevolg/ conclusie
B
uitbreiding/ opsomming
C
tegenstelling
D
reden/ verklaring
Slide 8 - Quiz
Voorbeeld in het Nederlands: "Ik ga vandaag met de bus naar school, omdat mijn fiets kapot is."
Wat is het signaalwoord? Wat geeft het aan?
Slide 9 - Open question
Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming
Slide 10 - Quiz
Er ist ein guter Fußballspieler, aber er spielt auch gut Tennis.
aber= ...
A
tegenstelling
B
gevolg/ conclusie
C
voorbeeld geven
D
uitbreiding/ opsomming
Slide 11 - Quiz
Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = .......
A
reden/verklaring
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorbeeld geven
Slide 12 - Quiz
Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling
Slide 13 - Quiz
In Amersfoort ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel verschiedene Museen.
zum Beispiel = ....
A
voorbeeld geven
B
vergelijking
C
reden/verklaring
D
uitbreiding/opsomming
Slide 14 - Quiz
Sleep DU signaalwoord naar het NL
demzufolge
trotzdem
dagegen
Daarom
desondanks
daartegen
Slide 15 - Drag question
De volgende signaalwoorden staan in je boek. Geef aan bij welk verband ze horen.
Opsomming
Reden - oorzaak
weil
und
also
auch
damit
Slide 16 - Drag question
Welke signaalwoorden betekenen in het Nederlands dus?
A
also - somit - folglich
B
somit - demnach - ohnehin
C
also - infolge - indem
D
indem - demnach - dann
Slide 17 - Quiz
Welke Signaalwoorden herken je?
A
wenn, weil, und, oder
B
gerade, Schiff, oder, weil
C
Weil, alles, kann, und
Slide 18 - Quiz
https:
Slide 19 - Link
quizlet.com
Slide 20 - Link
More lessons like this
1.1 Signaalwoorden leren en oefenen
May 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Leesvaardigheid
June 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3,4
3AG: Signalwörter und Lesen
January 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
VWO3 Signaalwoorden Lesefertigkeit
June 2024
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Leesvaardigheid signaalwoorden klas 3 en 4
May 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Signaalwoorden leren en oefenen
October 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Signaalwoorden leren en oefenen
March 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
Examentraining Duits TL
April 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4