44 Grammatica zinsontleding

Pak je leesboek en ga lezen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lezen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Grammatica, zinsontleding

Waarom? Zodat jij ziet uit welke onderdelen een zin (kan zijn) opgebouwd is. Hierdoor verbetert jouw schrijfvaardigheid.

Slide 2 - Slide

Wat moet je daarvoor kunnen?
  1. De persoonsvorm in een zin herkennen,
  2. Het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen,
  3. Het onderwerp in een zin herkennen,
  4. Het eventuele lijdend voorwerp in een zin herkennen,
  5. Het eventuele meewerkend voorwerp in een zin herkennen,
  6. En als laatste: de eventuele of meerdere bijwoordelijke bepaling(en) in een zin herkennen.

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Ik / geef / morgen / aan mijn oma / een kado.
O     WG        BWB                MV                         LV

Slide 4 - Slide

Bij zinsontleding knip je de zin in stukjes (zinsdelen). Bij zinsontleding leer je welke zinsdelen er zijn en hoe je ze herkent.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
verdelen in zinsdelen
B
persoonsvorm zoeken
C
onderwerp zoeken
D
gezegde zoeken

Slide 6 - Quiz

Wat moet je voor zinsontleding allemaal kennen?
A
PV-WG-zinsdelen-O-LV-MV
B
PV-WG-zinsdelen-BN-ZN-MV-BWB
C
WG-zinsdelen-O-LV-MV-BWB
D
PV-WG-zinsdelen-O-LV-MV-BWB

Slide 7 - Quiz

Welke zinsontleding is goed?
A
Wij /gaan/ niet / naar school fietsen.
B
Wij /gaan/ niet / naar school/ fietsen.
C
Wij /gaan/ niet naar school fietsen.
D
Wij /gaan niet / naar school fietsen.

Slide 8 - Quiz

- Onderstreep van de volgende zinnen de PV en benoem WG
- Zet de zinsdeelstrepen

a. In Londen is een snoephotel geopend.
b. Je mag daar alles opeten.
c. De muren zijn bedekt met marsepein.




Slide 9 - Slide

Samen doen
a. Peter leent zijn boek van Harry Potter aan zijn vriend uit.


b. Enkele leerlingen uit onze klas hadden hun huiswerk niet gemaakt.

Slide 10 - Slide

Pak het "wolkenboekje"
Maak opdracht 7+8

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Pak je leesboek en ga lezen.

Slide 13 - Slide

Wat gaan we doen?
Grammatica, zinsontleding

Waarom? Zodat jij ziet uit welke onderdelen een zin (kan zijn) opgebouwd is. Hierdoor verbetert jouw schrijfvaardigheid.

Slide 14 - Slide

Wat moet je daarvoor kunnen?
  1. De persoonsvorm in een zin herkennen,
  2. Het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen,
  3. Het onderwerp in een zin herkennen,
  4. Het eventuele lijdend voorwerp in een zin herkennen,
  5. Het eventuele meewerkend voorwerp in een zin herkennen,
  6. En als laatste: de eventuele of meerdere bijwoordelijke bepaling(en) in een zin herkennen.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Ik / geef / morgen / aan mijn oma / een kado.
O     WG        BWB                MV                         LV

Slide 16 - Slide

Eerst jij, dan klassikaal
a. Peter leent zijn boek van Harry Potter aan zijn vriend uit.


b. Enkele leerlingen uit onze klas hadden hun huiswerk niet gemaakt.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video