Aan het einde van de les...
... kun je een zin ontleden.
... kun je de volgende zinsdelen herkennen en benoemen:
persoonsvorm (pv), werkwoordelijk gezegde (wg), naamwoordelijk gezegde (ng), onderwerp (o), lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp (mv), bijwoordelijke bepaling (bwb).
... weet je wat een enkelvoudige zin.
... weet je hoe je een hoofdzin en een bijzin kan onderscheiden.