This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Welkom! 8.2. Je ademt
Slide 1 - Slide
Planning lesuur
- Vragen stellen? - Opfrissen - Uitleg 8.2 Je ademt - Opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water
Slide 3 - Drag question
Welke cel zal de meeste mitochondriën hebben?
A
Een huidcel
B
Een wangslijmvlies cel
C
Een spiercel
Slide 4 - Quiz
- Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.
Slide 5 - Slide
- Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing (zowel buik als borst) tot stand komt. - Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing (zowel buik als borst) tot stand komt.
- Je kunt uitleggen wat gaswisseling is en hoe de gaswisseling plaatsvindt.
- Je kunt uitleggen op welke 4 manieren de gaswisseling snel verloopt.
Slide 6 - Slide
- Je kunt beschrijven hoe de ademhaling geregeld wordt.
Regeling ademhaling: Koolstofdioxide-zintuigcellen in de bloedvaten meten hoeveelheid CO2 in bloed. --> Zintuigcellen sturen impulsen naar ademcentrum. --> Vanuit ademcentrum impulsen naar de ademhalingsspieren.
Ademfrequentie omhoog of omlaag n.a.v. hoge of lage CO2 gehalte in bloed.
Slide 7 - Slide
Regeling ademhaling sporten
Méér CO2 in bloed dan tijdens rust. Méér impulsen naar ademcentrum. Ademcentrum méér impulsen naar tussenribspieren en middenrifspieren.
--> sneller ademhalen (ademfrequentie omhoog)
Slide 8 - Slide
Zelf goed bestuderen...
Waarom moet je door je neus ademhalen?
Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
- Je kunt aan de hand van het longvolume en het ademvolume uitleggen hoeveel lucht men in en uit ademt.