Zelfstandig herhaling hormonen

Regeling: Het hormoonstelsel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Regeling: Het hormoonstelsel

Slide 1 - Slide

Leerdoelen hormoonstelsel
  • Je benoemt de effecten van adrenaline, insuline en
      glucagon.
  • Je beschrijft wat een hormoon is.
  • Je beschrijft wat een hormoonklier is.
  • Je beschrijft de functie van enkele hormoonklieren en waar
      deze klieren zitten.
  • Je beschrijft dat hormonen worden vervoerd door het bloed.

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Hormonen
  • chemische stof 
  • specifieke werking
  • regulerende stoffen 
  • hormoonklieren  maken hormonen

Slide 4 - Slide

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame processen:
  • groei, 
  • ontwikkeling, 
  • stofwisseling  
  • voortplanting

Slide 5 - Slide

 Hormonen 


Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen 

Bijvoorbeeld; hormonen stimuleren de verbranding in cellen (stofwisseling)

Slide 6 - Slide

Hoe werken hormonen?

  • Hormonen zijn regelstoffen
  • Hormoonklieren maken deze stoffen
  • Bij signaal (van zenuwcel of ander hormoon) 
  • Hormonen worden via bloed verspreid
  • Zijn specifiek (regelt 1 proces)



Slide 7 - Slide

Verschil hormoonklier en  verteringsklier
Verteringsklier: 
  • maakt verteringssap
  • heeft een afvoerbuis om het
     verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
  • maakt hormonen
  • Heeft geen afvoerbuis: geeft
     hormonen af aan het bloed

Slide 8 - Slide

Hormonen die je moet kennen:
  1.  Hormoon  van de hypofyse
  2. Niet
  3.  Schildklierhormoon

  4.  Adrenaline
  5. Insuline en Glucagon
  6. Vrouwelijke geslachtshormonen
  7. Mannelijke geslachtshormonen

Slide 9 - Slide

Hypofyse: productie van hormonen voor regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren 
9.1 

Slide 10 - Slide

Schildklier
  • De schildklier maakt
     schildklierhormoon: 
  • Schildklierhormoon regelt
     verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je
     bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 11 - Slide

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding

Slide 12 - Slide

Eilandjes van Langerhans

Hormoon 1
Insuline
Hormoon 2
Glucagon

Slide 13 - Slide

Geslachthormonen vrouw
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de eierstokken
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  • regelen menstruatie

Slide 14 - Slide

Geslachthormonen man
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de teelballen
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  • testosteron

Slide 15 - Slide

Opdrachten

Slide 16 - Slide


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 17 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 18 - Quiz

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 19 - Quiz

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 20 - Quiz

Hoe worden hormonen verspreidt?

Slide 21 - Open question

HORMOONSTELSEL
ZENUWSTELSEL
snel
langzaam
impulsen
via bloed
kort
langdurig
neuro
transmitter
via zenuwen
hormonen

Slide 22 - Drag question

Welke hormonen horen bij welke klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Progesteron
Oestrogeen

Slide 23 - Drag question

Wanneer een baby aan de tepel zuigt, zal de borst melk afgeven. Dit wordt ook wel de toeschietreflex genoemd.
Geef aan of de volgende bewering over de hypofyse en de toeschietreflex juist of onjuist is.

De hypofyse maakt onderdeel uit van het hormoonstelsel en het zenuwstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Wanneer een baby aan de tepel zuigt, zal de borst melk afgeven. Dit wordt ook wel de toeschietreflex genoemd.
Geef aan of de volgende bewering over de hypofyse en de toeschietreflex juist of onjuist is.

Het afgeven van melk door de moeder is een bewuste reactie.

A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Er loopt een spin over de vensterbank. Loula schrikt hiervan. Waar wordt het hormoon gemaakt dat ervoor zorgt dat Loula schrikt en weg rent?
A
In de schildklier
B
in de eilandjes van Langerhans
C
In de alvleesklier
D
In de bijnier

Slide 26 - Quiz

Waar liggen de eilandjes van Langerhans?
A
In de hypofyse
B
In de alvleesklier
C
In de schildklier
D
In de bijnier

Slide 27 - Quiz

Tijdens een rit in een achtbaan komt er meer adrenaline in het bloed. Waar wordt dit hormoon gemaakt?
A
Alvleesklier
B
Bijnieren
C
Hypofyse
D
Schildklier

Slide 28 - Quiz

Afronding
Hopelijk kun je nu nog beter antwoord geven op de leerdoelen (volgende slide)
Geef aan in het werkoverzicht dat je deze opdracht hebt voltooid

Slide 29 - Slide

Leerdoelen
Je benoemt de effecten van adrenaline, insuline en
  glucagon.
Je beschrijft wat een hormoon is.
Je beschrijft wat een hormoonklier is.
Je beschrijft de functie van enkele hormoonklieren en waar
  deze klieren zitten.
Je beschrijft dat hormonen worden vervoerd door het bloed.

Slide 30 - Slide