Les 19 BL & SP

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Les 19; Begrijpend lezen & WW spelling.

1. Inchecken: Hoe voel jij je? Hoe voel ik me?
   
2. De vorige les (kort nabespreken).
3. Belangrijk.
4. Opwarmertje: meten/meetkunde, de waarde van getallen, afronden.
5. Instructie (TT + VT (zwakke en sterke ww) + voltooid deelwoord).
6. Thuisopdracht (WW spelling en BL)
7. Evaluatie.

Inchecken. Jij & ik.

Hoe voel je je?

1. Fijn/blij/enthousiast
2. Neutraal/rustig/stabiel
3. Droevig/boos/gestrest/pijn

De vorige les: begrijpend lezen / 

werkwoordspelling

Weet je nog de drie regels van het afronden van getallen?

We gaan het gemaakte werk samen bespreken. 

• BL: Wie zijn Suske en Wiske?

4

• Werkwoordpakket 14 TT/VT/VOLT.DW zin 14-19.

14

Belangrijk: Is er nog iets dat besproken moet worden, voordat we kunnen starten met de les?

Vanuit jou?

Vanuit mij?

• Vanaf deze les wordt het onderdeel omrekenen met het opwarmertje ingekort.

Opwarmertje: Meten/meetkunde.

Doelen: 

1. Het omrekenen van lengtematen, inhoudsmaten en gewichtsmaten (ook kommagetallen).
2. De waarde van getallen bepalen.

Jij doet het zelf (schrift):                                        Jij doet het zelf (schrift):

17.500 cg =                                kg                               Wat is de waarde van 9 in                                                                                                             708.625,396?

Opwarmertje: Afronden.

Doel: De regels van het afronden van getallen kunnen toepassen.

• De regels van het afronden.

1. Kijk altijd naar 1 cijfer meer als waar je naar afrond en zet een streep.
2. Is het cijfer waar je naar moet kijken een 1,2,3,4 dan blijft het getal ervoor hetzelfde. Is het cijfer waar je naar moet kijken een 5,6,7,8,9 dan wordt het getal ervoor 1 groter.
3. Met een getal mag je maar één keer afronden.

Ik doe het voor:                                                                                 Jij doet het na:

Rond 23,4 af op een heel getal.                                                Rond 515,6 af op een heel getal. 

Rond 304,128 af op honderdste.                                              Rond 44,05 af op tiende.

Instructie: Werkwoordspelling.

Doel: TT/VT/VOLT.DW

Ik doe het voor:

Werkwoordpakket 15 zin 14.

Jij doet het na:

Werkwoordpakket 15 zin 15.

Instructie: Werkwoordspelling.

Doel: TT/VT/VOLT.DW

Je doet het zelf (schrift):

Werkwoordpakket 15 zin 16-20.

Let op! Ik wil dat je in je schrift ook opschrijf:

• Bij tt of het onderwerp een ik/hij/wij vorm is.
• Bij vt of het een sterk of zwak ww is. Of het onderwerp in enkelvoud of meervoud is.

ontvangen vt              De koningin ............  de nieuwe regering. 

Instructie: Thuiswerkopdrachten.

We bespreken de thuisopdracht voor begrijpend lezen en voor werkwoordspelling.

Begrijpend lezen

Tekst ´De drone van Pieter?´ en opdracht 1-5.

Werkwoordspelling

De juiste vervoegingen opschrijven in de TT en VT van de sterke en zwakke werkwoorden en van de voltooid deelwoorden.

• Werkwoordpakket 14 zin 20-24.

Thuiswerkopdrachten: Via WhatsApp.

• De thuiswerkopdrachten stuur ik via WhatsApp.
• Deze wordt in het schriftje met lijntjes gemaakt. Denk aan de schriftregels.

• Ik stuur je een herinnering via WhatsApp als je het vergeet op te sturen.
• We bespreken de opdrachten de volgende les na.

Evaluatie: Les 19

Geef op iedere vraag een antwoord om te kijken of de doelen van deze les behaald zijn, om te kijken of er nog veel of weinig oefening nodig is.

Rond 988,81 af op één decimaal
(tiende, één getal achter de komma).

hebben t.t.
Nog 2 nachten slapen en dan .......................... hij hem thuis.