This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.
In een laagconjunctuur is er weinig vraag naar goederen, dus weinig productie, met als gevolg weinig werkgelegenheid en dus hoge werkloosheid.
Hoogconjunctuur:
stijgende lonen en stijgen prijzen (inflatie).
sprake van loon-prijsspiraal ( hogere prijzen leiden tot hogere lonen vica versa)
Laagconjunctuur: werkloosheid