REGELS & STAPPENPLANNEN WERKWOORDSPELLING 3F
Om de werkwoordspelling goed te beheersen, moet je in de basis 3 stappen volgen:
1. Herken en bepaal in welke tijd het woord staat (tegenwoordig, verleden, voltooid, of bijvoeglijk)
2. Bepaal de regel die bij die tijd hoort
3. Pas vervolgens het stappenplan van die regel toe.