Herhaling (2)

Voorbereiding proefwerk
VE
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorbereiding proefwerk
VE

Slide 1 - Slide

KEUZE 1
Keuzewerktijd
KEUZE 2
KEUZE 3
Reken-opdrachten in Teams!
+ Nakijken
Verdieping/
Herhaling
maken in je boek:
Leren voor de toets:
timer
20:00
  • Blz. 16/17
  • Blz. 24/25
  • Blz. 40/41
  • Blz. 62/63
  • Blz. 70/72
  • Oefentoetsen
  • Samenvatting
  • Begrippenlijst
  • Mindmap
  • Overhoor kaartjes

Slide 2 - Slide

1. Introductie
2. Begrippenquiz
3. Keuzewerktijd
4. Afsluiting
Planning

Slide 3 - Slide

Oefenen begrippen
Welk begrip hoort bij de uitleg?

Slide 4 - Slide

Alles wat je echt nodig hebt om te kunnen leven
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften

Slide 5 - Quiz

Niet-tastbare producten. Iemand voorziet in jouw behoeften door iets voor jou te doen
A
Goederen
B
Diensten

Slide 6 - Quiz

Jij ruilt je Playstation voor een Nintendo Switch
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 7 - Quiz

Jij koopt een Playstation met je spaargeld
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 8 - Quiz

Jij ruilt je broodje met het broodje van een vriend(in)
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 9 - Quiz

De invloed van winkeliers en fabrikanten op wat je koopt
A
Sociale invloed
B
Commerciële invloed

Slide 10 - Quiz

Je koopt vliegtickets naar Spanje
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 11 - Quiz

Je haalt boodschappen bij de supermarkt
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 12 - Quiz

Je laat je vaatwasser repareren door iemand
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 13 - Quiz

Je betaalt je telefoon abonnement
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 14 - Quiz

Je haalt een cadeautje voor je vriend(in)
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 15 - Quiz

Je ontvangt geld van de overheid, omdat je geen werkt hebt
A
Loon
B
Winst
C
Uitkering

Slide 16 - Quiz

Je hebt een krantenwijk en krijgt daar geld voor
A
Loon
B
Winst
C
Uitkering

Slide 17 - Quiz

Je hebt een eigen bedrijf en krijgt veel geld van klanten
A
Loon
B
Winst
C
Uitkering

Slide 18 - Quiz

Als je geld leent, dan krijg je rente van de bank
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Als je geld spaart, dan betaal je rente van de bank
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz