Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
b1d - Mens & Maatschappij
1. Stil lezen
2. SO 4.1 + 4.2 Opgeven
3. Uitleg WO1
3. Herhaling §4.1 + §4.2
Naar LessonUp.app!!
Slide 1 - Slide
b1e - Mens & Maatschappij
1. PW 4.1 + 4.2 Opgeven
2. Herhaling §4.1 + §4.2
Naar LessonUp.app!!
Slide 2 - Slide
timer
10:00
Stil lezen
Voor de strafregelschrijvers...
Ik neem voortaan mijn leesboek mee voor stil lezen en zorg er voor dat ik hem niet meer vergeet.
Slide 3 - Slide
Het tijdvak van steden en staten duurt van .... tot .....
A
500 - 1000 n. Chr.
B
1000 - 1500 n. Chr.
C
1500 - 1600 n. Chr.
D
1600 - 1700 n. Chr.
Slide 4 - Quiz
Wat gebeurde er in de tijd van de steden en staten?
A
Opkomst van de handel in de steden
B
Hervorming van het Christendom
C
Ontdekkingsreizen naar Amerika
D
Renaissance van de kunst
Slide 5 - Quiz
Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.
De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.
Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.
Daardoor verdubbelde de bevolking.
De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.
Slide 6 - Drag question
Waardoor werden de oogsten groter rond het jaar 1000?
A
Gebruik van kunstmest
B
Gebruik van het wiel en de ploeg
C
gebruik van het halsjuk en de ploeg
D
Import en gebruik van aardappels
Slide 7 - Quiz
Wanneer waren de kruistochten?
A
0-500
B
0-1500
C
500-1000
D
1000-1500
Slide 8 - Quiz
Wat is de aanleiding voor de kruistochten?
A
Om de moslims van het Heilig land te verdrijven
B
Omdat de oost-Romeinse keizer oorlog had met de moslims
C
Omdat er veel geld viel te halen in Jeruzalem
D
Omdat de ridders in Europa graag vochten
Slide 9 - Quiz
Wat zijn Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam
B
Tocht langs een kruispunt
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden
D
Een tocht naar een verboden gebied
Slide 10 - Quiz
Wie liepen er NIET mee met de kruistochten?
A
moslims
B
arme mensen
C
kinderen
D
soldaten
Slide 11 - Quiz
Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen
Slide 12 - Quiz
Een schout is...
A
... een edelman
B
... een burgemeester
C
... een burger
D
... een inwoner van een stad
Slide 13 - Quiz
Een stad kon stadsrechten krijgen. Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden
B
De stad mocht zelf belasting ophalen
C
De stad mocht stadsmuren bouwen
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen
Slide 14 - Quiz
Een geldeconomie is wanneer je spullen ruilt voor andere spullen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute
Slide 16 - Quiz
De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. Wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen
Slide 17 - Quiz
Welke ziekte stond in de Middeleeuwen bekend als de zwarte dood?
A
De Griep
B
De Pokken
C
De Mazelen
D
De Pest
Slide 18 - Quiz
700 jaar later kunnen wij heel goed verklaren waarom de Zwarte Dood zich kon verspreiden in Europa. Welke verklaring werd in die tijd het meest gebruikt en geloofd?
A
De Zwarte Dood was een natuurverschijnsel
B
De Zwarte Dood is een straf van God
C
De Zwarte Dood was de schuld van China
D
De Zwarte Dood was een verzinsel, fake news
Slide 19 - Quiz
2. De Europese bevolking groeide enorm en telde in de tijd van steden en staten zo’n 70 miljoen mensen, totdat de Zwarte Dood Europa teisterde. Wat was het gevolg ervan?
A
Er stierven 7 miljoen mensen aan de pest, ongeveer een tiende van de Europese bevolking
B
Er stierven 35 miljoen mensen aan de pest, ongeveer de helft van de Europese bevolking
C
Er stierven 17 miljoen mensen aan de pest, ongeveer een kwart van de Europese bevolking
D
Er stierven 23 miljoen mensen aan de pest, ongeveer een derde van de Europese bevolking
Slide 20 - Quiz
Wat is een Gilde?
A
een handelaarsvereniging in de stad
B
een boerenvereniging op het platteland
C
een knutselvereniging op het platteland
D
een beroepsvereniging in de stad
Slide 21 - Quiz
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Een bisschop is een
A
Leider van een kerk
B
Leider van een kerkprovincie
C
Leider van de paus
D
Een persoon die heilig is verklaard
Slide 23 - Quiz
Waar ontstonden de eerste steden?
A
Langs de rivier.
B
In de buurt van het kasteel of klooster.
C
Bij drukke kruispunten van wegen.
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 24 - Quiz
Oorzaak voor de kruistochten: Christenen wilden op pelgrimstocht naar de Heilig Grafkerk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Oorzaak voor de kruistochten: Moslims en christenen krijgen ruzie in Jeruzalem.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Wat is een aflaat?
Slide 27 - Mind map
De koningen werden steeds rijker door:
A
belastinggeld innen
B
staatsvorming
C
cadeau's
Slide 28 - Quiz
Vanuit dit paleis werd het hele rijk bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
koningschap
D
gewesten
Slide 29 - Quiz
Leg kort uit waarom steden bij markplaatsen ontstonden