Voedselbederf: Herkennen en Voorkomen

Voedselbederf: Herkennen en Voorkomen
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voedselbederf: Herkennen en Voorkomen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je voedselbederf herkennen en voorkomen.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.
Wat weet jij al over voedselbederf?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is voedselbederf?
Voedselbederf is wanneer voedsel niet meer goed en veilig is om te eten.

Slide 4 - Slide

Definiëren wat voedselbederf betekent.
Symptomen van voedselbederf
Symptomen van voedselbederf zijn een vieze geur, verkleuring, schimmel en bederf.

Slide 5 - Slide

Beschrijf de symptomen van voedselbederf.
Hoe ontstaat voedselbederf?
Voedselbederf kan ontstaan door bacteriën, schimmels, gisten of enzymen.

Slide 6 - Slide

Beschrijf de oorzaken van voedselbederf.
Hoe voorkom je voedselbederf?
Voedsel kan worden bewaard in de koelkast, vriezer of voorraadkast. Let op de houdbaarheidsdatum en zorg voor goede hygiëne.

Slide 7 - Slide

Beschrijf hoe voedselbederf kan worden voorkomen.
Voedsel wegdoen
Als voedsel bedorven is, gooi het dan weg. Eet geen voedsel dat bedorven is.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat leerlingen moeten doen als ze bedorven voedsel tegenkomen.
Quiz
Test je kennis over voedselbederf met deze quiz!

Slide 9 - Slide

Geef de leerlingen een quiz om te testen wat ze hebben geleerd.
Samenvatting
Voedselbederf kan worden voorkomen door goede hygiëne en opslag. Als voedsel bedorven is, gooi het dan weg. Eet nooit bedorven voedsel.

Slide 10 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.