Theorie 2 - Berderving, ADH, Concentratie en Dosis

Voeding
Theorie 2






MLTN
1 THV

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voeding
Theorie 2






MLTN
1 THV

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van vorige week?

Slide 2 - Mind map

Wat is het verschil tussen een voedingsstof en een voedingsmiddel?

Slide 3 - Open question

Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen
- Je kunt de gevaren van voedselbederf noemen.

- Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen.

-Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen in de productie van voedsel.


Slide 5 - Slide

ADH
Staat voor Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid.

Is per persoon anders. Zo hebben mannen meer calorieën nodig dan vrouwen, en pubers meer bouwstoffen.

Slide 6 - Slide

Bedorven producten
Sommige producten raken snel bedorven. Hiervan kun je erg ziek worden.
Hoe herken je dit?


Groenten krijgen snel een andere kleur.

Vlees gaat vies ruiken.

Zuivel krijgt een vies velletje.

Slide 7 - Slide

Micro-organismen
Micro-organismen zijn kleine bacterien en schimmels die niet goed voor je zijn.

Die kunnen ervoor zorgen dat je ziek wordt.

Slide 8 - Slide

Conserveringsmiddelen
 Water, koolhydraten, eiwitten en vetten in jouw eten zijn goede plekken voor bacteriën en schimmels om te groeien. 

Conserveringsmiddelen remmen de groei van micro-organismen. 

Slide 9 - Slide

Fermenteren
Fermenteren is het gebruik van bacteriën of schimmels om zelf voedsel te maken.

Bijvoorbeeld: 
Kombucha (Thee)
Yoghurt
Kimchi

Slide 10 - Slide

Bedorven voedsel zorgt ervoor dat je...
A
Dik kan worden
B
Ziek kan worden

Slide 11 - Quiz

Conserveringsmiddelen vindt je vaak terug op de verpakking van een product als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 12 - Quiz

Elke stof is giftig.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Concentratie
De hoeveelheid van een stof die in een voedingsmiddel zit. 

Hoeveel limonadesiroop zit er in de flesjes links?

Slide 14 - Slide

Dosis
De hoeveelheid van een stof die je binnenkrijgt wanneer je een bepaald voedingsmiddel eet.

Slide 15 - Slide

Rekenen met de dosis.
Als voorbeeld nemen we Kwik in drinkwater. Stel dat je twee liter water drinkt op een dag, hoeveel kwik krijg je dan binnen?


2 Liter x 1,0 mg = 2,0 mg kwik.


Dus:
aantal liter * waarde van de stof  = dosis

Slide 16 - Slide

Je drinkt 1,5 L water. Hoeveel mg nitraat krijg je binnen?
A
50
B
0,15
C
75
D
0,1

Slide 17 - Quiz

Iedereen heeft evenveel calorieën nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De concentratie van een stof is de hoeveelheid die je binnenkrijgt wanneer je een bepaald voedingsmiddel eet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is GEEN nadeel van voedselbederf?
A
Je belast het milieu ermee
B
De conserveringsmiddelen werken niet meer.
C
Je kunt ziek worden van het eten ervan
D
Ze kunnen andere producten aantasten

Slide 20 - Quiz

Welk reageerbuisje heeft de hoogste concentratie water?
A
In het midden
B
Helemaal rechts
C
Helemaal links
D
De vierde van rechts

Slide 21 - Quiz

Je drinkt een halve liter kraanwater uit een spa-flesje.
Hoeveel lood krijg je binnen?
A
0,01 mg
B
0,005 mg
C
0,05 mg
D
0,5 mg

Slide 22 - Quiz

Lesindeling:
5 min intro
15 min uitleg LessonUp
25 min Werktijd
--> Opdrachten Teams
--> Lab-lessen (eindopdracht!)
5 min Afsluiting

Vincent roept alle groepjes om te vragen wat jullie fermenteren voor de markt!
Leerdoelen:


- Je kunt de gevaren van voedselbederf noemen.

- Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen.

-Je kunt benoemen hoe voedselbederf wordt voorkomen in de productie van voedsel.


Slide 23 - Slide