Delier

DELIER / DELIRIUM
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

DELIER / DELIRIUM

Slide 1 - Slide

Wat is een delier?

Toestand waarbij een zorgvrager verward en vaak angstig is en die in korte tijd (acuut) ontstaat.

Een zorgvrager die een delier doormaakt noemen we delirant.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Delier 
SYMPTOMEN: 
  • plots (acuut) verward 
  • concentratieproblemen 
  • aandachtstoornissen 
  • hallucineren
  • desoriëntatie in plaats, tijd en persoon 

Slide 4 - Slide

Bij wie?
Ernstig zieke patiënten
Bij minder zieke ouderen na:  
  • infectie
  • ongeluk
  • operatie
  • medicijnen (teveel, per ongeluk, verkeerde combinatie)
  • verandering van omgeving

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Delier
  • Acute verwardheid
  • Toestandsbeeld dat in korte tijd ontstaat (uren tot dagen) waarbij de zorgvrager verward en angstig is.
  • Veroorzaakt door een disbalans in neurotransmitters (geleiding zenuwcellen)

Slide 7 - Slide

Kenmerken van een delier
  • Onrustig gedrag/of juist apatisch (zonder emotie)
  • Desoriëntatie
  • Hallucinaties
  • Verward denken
  • Waan ideeën

Slide 8 - Slide

Soorten delier
onrustig delier (geagiteerd of hyperactief delier):
Iemand is opgewonden, gespannen, prikkelbaar, schrikachtig, boos, agressief of verward.
stil delier (apatisch of hypoactief delier):
Iemand is angstig, stil, teruggetrokken door waanideeën of hallucinaties.


Slide 9 - Slide

Soorten delier (vervolg)
Chronisch delier:
probleem is niet te behandelen waardoor het delier steeds terug komt.
Acuut delier:
duurt maar enkele uren of dagen
Persisterend delier:
duurt weken of zelfs maanden
Terminaal delier:
vlak voordat iemand overlijdt: schokken, drang om te bewegen, plukken kreunen en schreeuwen

Slide 10 - Slide

Verschil tussen dementie en delier
dementie: verloopt veel geleidelijker, in het begin is de concentratie goed, bewustzijn is in het begin helder.

delier: onstaat snel, wisselend verloop, in de avond en nacht steekt een delier vaak de kop op. Hallucinaties komen bij een delier vaker voor, er is een wisselend bewustzijn.

Slide 11 - Slide

Een delier
Acute verwardheid die in een korte tijd ontstaat 
Onrust óf apathie en/of wanen

Slide 12 - Slide

Risicofactoren
  • Leeftijd 70+
  • Cognitieve stoornissen 
  • Visus – en gehoorstoornissen 
  • Stoornissen in activiteiten van het dagelijks leven 
  • Gebruik van alcohol en opiaten 
  • Infecties 
  • Koorts 
  • Dehydratie
  • Electrolytenstoornissen
  • Polyfarmacie

Slide 13 - Slide

Jouw taken bij een delier
  • Je eigen gedrag is van invloed op het gedrag van een delirante zorgvrager: blijf rustig, duidelijk en leg uit wat je gaat doen.
  • Zorg voor bekende oriëntatiepunten: eigen kleding, foto's, aanwezigheid van familie
  • Zorg voor veiligheid zorgvrager: valmat, sensor, bokshandschoenen

Slide 14 - Slide

Jouw taken bij een delier
  • Voorlichten van zorgvragers en hun naasten over het risico op delier
  • Prikkelarme omgeving
  • Consult deskundige


Delerium Observatie Screening Schaal
(DOSS) om op een systematische wijze vroegtijdige de symptomen van het delier te observeren en registreren.

Slide 15 - Slide

Vrijheidsbeperkende interventies (VBI)

Slide 16 - Slide

Medicatie bij een delier

Antipsychotica: haloperidol (haldol) - tabletten of druppels

Benzodiazepines (kalmering): lorazepam - tabletten, druppels of injecties


Slide 17 - Slide

Dat was de theorie
En dan nu een aantal praktijksituaties, waargebeurd!

Slide 18 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk


Patiënt roept midden in de nacht de naam van zijn vrouw, probeert continue weg te lopen. Klimt uit bed, rommelt in de kamer. Plukt en trekt hierbij aan infuusslangen en katheters.

Slide 19 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk


Patiënt op de afdeling belt 's nachts 112, hij wil de politie spreken omdat hij vastgehouden wordt.
Is wantrouwig, gelooft niet dat hij in het ziekenhuis is.

Slide 20 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk

Patiënt is onrustig, bozig. Geen contact mee te krijgen, verwilderde blik in de ogen. Gaat staan plassen in de hoek van de kamer en even later liggen slapen in de vensterbank.

Slide 21 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk

Geen contact met patiënt te krijgen. Reageert niet op aanspreken, lijkt door je heen te kijken.
Voert geen opdrachten uit. Ligt zonder emotie voor zich uit te staren.

Slide 22 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk


Patiënt is continue aan het plukken en rommelen met slangen. Even later heeft hij katheter met opgeblazen ballon uit blaas getrokken en infusen uit de arm getrokken. Hele kamer is één groot bloedbad.

Slide 23 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk


Patiënt denkt dat collega een inbreker is en probeert haar weg te jagen. Geen contact mee te krijgen. Is agressief, rent achter collega aan rondjes rond de balie.

Slide 24 - Slide