5.3 Booming India

5.3 Booming India

1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Booming India

Slide 1 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
Welke economische veranderingen zijn er in India en welke gevolgen hebben die voor het land;


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

India is een opkomend land met een Duale economie, dat is een 
land waarbij een sector is gericht op de lokale behoeften en een andere op de wereldwijde exportmarkt


De economie is sterk gegroeid door globalisering

Slide 5 - Slide

Wat wordt er bedoeld met globalisering?

Slide 6 - Slide

Wat wordt er bedoeld met globalisering?


Volgens het boek: Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis en cultuur). 

Slide 7 - Slide

 Na de dekolonisatie in 1947 was India vooral gericht op zelfvoorziening -> nauwelijks handel met andere landen, waardoor het land erg arm was.


In 1990 veranderde de Indiase regering het beleid -> SEZ

Slide 8 - Slide

Hoe doet India mee?

Slide 9 - Slide

Veel mensen werken in de 
dienstensector (voornamelijk 
de IT-sector)

Westerse bedrijven doen 
veel aan outsourcing: het 
uitbesteden van werk aan een ander bedrijf (in het buitenland)

Veel mensen in India werken 
in de dienstensector 
(voornamelijk de IT-sector)



Westerse bedrijven doen
veel aan outsourcing: het
uitbesteden van werk aan een ander bedrijf (in het buitenland)

Waarom doen ze dit?

Slide 10 - Slide

Maken Paragraaf 3 opdracht 1,2,3,4,5


Slide 11 - Slide

Is India een ontwikkeld land?

Slide 12 - Slide

Is India een ontwikkeld land?
Er is een grote sociale ongelijkheid

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

BRIC landen
Wat hebben deze landen met elkaar in gemeen?

Slide 16 - Slide

Keerzijde van de groei

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Maken Paragraaf 3


Slide 19 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
Welke economische veranderingen zijn er in India en welke gevolgen hebben die voor het land;


Slide 20 - Slide

Wat zijn SEZ's? (speciaal economische zone's)
A
Gebied waar de Euro wordt gebruikt
B
Gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en minder belasting hoeven te betalen.
C
Gebied waar grote multinationals zoals Apple en Microsoft hun kantoor hebben.
D
Gebieden met veel fabrieken

Slide 21 - Quiz

Waarom gaan veel buitenlandse bedrijven (MNO's) naar India?
Noem twee redenen

Slide 22 - Open question

Welk begrip wordt omschreven:
Landen die na 2000 een snelle economische groei doormaken.
A
WTO
B
Industrieel kolonialisme
C
Triade
D
BRICS-landen

Slide 23 - Quiz

BRICS horen bij
A
Centrum
B
Semi-Periferie
C
Periferie

Slide 24 - Quiz

Er zijn grote verschillen tussen de BRICS-landen m.b.t. levensomstandigheden. Welke indicator gebruik je om die verschillen te meten?
A
HDI
B
Levensverwachting
C
Geboortecijfer
D
zuigelingensterfte

Slide 25 - Quiz

In welk soort landen wordt veel van onze kleding gemaakt?
A
Buurlanden
B
Bric-landen
C
Lagelonenlanden

Slide 26 - Quiz

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft

Slide 27 - Quiz

Een land met een HDI score van 0,901 is een ontwikkeld land.
A
Goed
B
Fout
C
Daar kan geen uitspraak over gemaakt worden
D
Het land is ontwikkelend

Slide 28 - Quiz

Wat voor MNO's gaan vooral naar lagelonenlanden?
A
Arbeidsextensieve bedrijven
B
Arbeidsintensieve bedrijven
C
Kapitaalintensieve bedrijven
D
Kapitaalextensieve bedrijven

Slide 29 - Quiz

Rabobank verplaatst zijn klantenservice naar India. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Een duale economie
B
Brain Drain
C
Outsourcing
D
Arbeidsmigratie

Slide 30 - Quiz

Wat is verstedelijking? 

Waarom vindt er verstedelijking plaats in India?

Waar komen de mensen vandaan?

Slide 31 - Slide

Ruraal
Platteland
Urbaan
Stad
Ruraal-urbane migratie

Slide 32 - Slide


Wat zijn de gevolgen voor de stad van deze ruraal-urbane migratie?

Slide 33 - Slide

Krottenwijken (slums)
Gated community's 

Slide 34 - Slide

Er ontstaan enorme 
agglomeraties en 
megasteden (stad met 
meer dan 10 miljoen 
inwoners)

Slide 35 - Slide

Maken paragraaf 4 opdracht 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Slide 36 - Slide