Beeldspraak in poëzie

6VA
Beeldspraak in poëzie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

6VA
Beeldspraak in poëzie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
- Je kunt vergelijkingen, metaforen, metonymia's en personificaties herkennen.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Theorie herhalen
- Pak het overzicht van begrippen in je syllabus erbij, p. 2
- Noteer bij elk type beeldspraak een definitie en/of voorbeeld

- Synesthesie:  een metafoor waarbij de indrukken van verschillende zintuigen worden gecombineerd, vb 'een warme stem'

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Voordat we met de bus vertrokken, moesten we eerst nog even de neuzen tellen.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Bij deze baan moet je wel bereid zijn om af en toe brandjes te blussen.
timer
0:30
A
Synesthesie
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De kerkklokken roepen vergeefs om aandacht.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Na afloop van de voordracht klapte de zaal geruime tijd.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Na de diploma-uitreiking hebben veel leerlingen het gevoel dat de toekomst hen toelacht.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Zij woont in een paleis van een huis.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke beeldspraak zie je?
    Wanneer ik morgen doodga,
    vertel dan aan de bomen
    hoeveel ik van je hield.
    Vertel het aan de wind,
    die in de bomen klimt
    of uit de takken valt,
    Hoeveel ik van je hield.                                           - Hans Andreus

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

Kijkvragen op het bord ernaast:

1. Wat is een metafoor? (denk jij..)
2. Noem een aantal metaforen die worden genoemd. Wat is de betekenis erachter?

3. Denkvraag: Waarom gebruiken Rutte en de Jonge zoveel metaforen?
timer
1:00
Welke uitspraken zijn geen metaforen?

Slide 14 - Mind map

Personificatie: 

.....de wind
die in de bomen klimt
Geen metaforen, maar...?
  1. Het plaatje op de doos is duidelijk: een samenleving die door vaccinatie beschermd is
  2. Deze crisis is net als in de auto
  3. Dit virus is als een mammoettanker
  4. Dat is een hockeystickbeweging die je niet wilt

Slide 15 - Slide

This item has no instructions