2D Cursus 5 §5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Cursus 5 §5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Cursus 5 §5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

Planning
Introductie: herhaling voegwoorden + lesdoel;
Instructie: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord;
Evaluatie: begrijpen wij de leerstof?
Oefening: maken Cursus 5 §5;
Evaluatie: vooruitblik + huiswerk.

Slide 2 - Slide

Herhaling voegwoorden

Slide 3 - Slide

Waarom heet het voegwoord, voegwoord?

Slide 4 - Open question


Wat is het voegwoord?

Slide 5 - Open question

Lesdoel
Ik kan persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden herkennen in zinnen.

Wij gaan met mijn hond naar huis.
pers. vnw
bez. vnw

Slide 6 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
  • Verwijst naar een persoon, dier of ding.
  • Ik ga een weekend naar Londen;
  • Onze hond poept altijd buiten, omdat wij hem dat hebben aangeleerd.

Slide 7 - Slide


Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Slide 8 - Open question


Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Slide 9 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord
  • Geeft aan van wie iets is;
  • Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

  • Jullie kat, mijn tafel, zijn vriendin, haar plant.
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 11 - Open question

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 12 - Open question

Ik kan persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden herkennen in zinnen.
010

Slide 13 - Poll

Oefening
Je maakt:
Cursus 5 grammatica: paragraaf 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord. 
- Opdrachten 1 t/m 5 (blz. 210).

Klaar?
1. Inleveren;
2. Nakijken;
3. Huiswerk/lezen!
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Vooruitblik
Volgende week: cursus 4 Taal.

Vrijdag 13 september: SO Cursus 5 §3 en §5!

Slide 15 - Slide