HV2T-Ne Leesvaardigheid 18 verbindingswoorden deel 2 (oefenen)

Welkom hv2t
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom hv2t

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Leerwerkcheck / terugblik vorige les
  3. Leesvaardigheid 18: verbindingswoorden (oefenen)
  4. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Leesvaardigheid 18

Doel: Je leert de opbouw van een tekst herkennen met behulp van verbindingswoorden.

Slide 4 - Slide

Wat is een ander woord voor verbindingswoord?

Slide 5 - Open question

Verbindingswoorden
  • Verbindingswoorden laten zien hoe de zinnen van één alinea met elkaar samenhangen. 
  • Verbindingswoorden helpen om het verband tussen de zinnen of deelzinnen aan te geven. 
  • Een ander woord voor verbindingswoord is signaalwoord
  • Als je de signaalwoorden uit een tekst weglaat, is een tekst lastiger te begrijpen. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Huiswerk, blz 75
1. Functiewoorden geven het verband aan tussen alinea’s en grotere tekstdelen.
Verbindingswoorden geven het verband aan tussen zinnen binnen een alinea en kleinere tekstdelen.

Slide 8 - Slide

Huiswerk, blz 75
4. a    In deze zin wordt gezegd dat er een manier is gevonden om muggen te lokken en te doden waardoor mensen niet gestoken hoeven te worden. Op hetzelfde moment worden wereldwijd mensen door muggen gestoken. Het woord ‘terwijl’ is hier een verbinding van tijd.

    b    In deze zin wordt gezegd dat Erwin ’s avonds zijn huiswerk maakt. Aan de andere kant wordt ook gezegd dat zijn moeder wil dat dit overdag gebeurt. Het woord ‘terwijl’ geeft hier de tegenstelling aan tussen het gedrag van Erwin en de wens van zijn moeder.

 

Slide 9 - Slide

Huiswerk, blz 75
5. Bijvoorbeeld:
    -    Voorwaarde: Als je geen wekker zet, word je nooit op tijd wakker morgen.
    -    Voorbeeld: Ik hou echt niet van groentes als spinazie en andijvie.

 

Slide 10 - Slide

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Als ik lees, voel ik me ontspannen.

Slide 11 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Als ik lees, voel ik me ontspannen.

Slide 12 - Open question

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Dat gebeurt met name als ik echt geboeid ben door het verhaal.

Slide 13 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Dat gebeurt met name als ik echt geboeid ben door het verhaal.

Slide 14 - Open question

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Omdat ik me dan beter concentreer.

Slide 15 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Omdat ik me dan beter concentreer.

Slide 16 - Open question

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Daardoor pak ik na school meteen mijn boek.

Slide 17 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Daardoor pak ik na school meteen mijn boek.

Slide 18 - Open question

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Hoewel tv kijken heerlijk is.

Slide 19 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Hoewel tv kijken heerlijk is.

Slide 20 - Open question

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Zo lees ik momenteel Het gouden ei van Tim Krabbé.

Slide 21 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Zo lees ik momenteel Het gouden ei van Tim Krabbé.

Slide 22 - Open question

Wat is het verbindingswoord in deze zin?

Ik heb dus de perfecte pauze ontdekt.

Slide 23 - Open question

Van welk verband is hier sprake?

Ik heb dus de perfecte pauze ontdekt.

Slide 24 - Open question

Noteer de verbindingswoorden/
signaalwoord uit de mop.

Slide 25 - Open question

(Huiswerkopdrachten maken
  • Vind je de lesstof pittig en wil je nog wat extra uitleg, steek dan even je hand op!
  • Snap je de lesstof, dan mag je direct starten met het maken van opdracht 8 en 9 op pagina 76-77 van je boek.
  • Je krijgt voor deze opdrachten de rest van de les de tijd, wat je niet afkrijgt is huiswerk voor maandag 23 september.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen!  

Slide 26 - Slide

Opdracht 8 nakijken
a Iemand van vijftig die vroeger is gepest is er zowel fysiek als psychisch slechter aan toe dan een vijftiger die niet is gepest. 
De gepesten hadden grotere kans op depressie, angststoornissen en suïcidale gedachtes. 
Daarnaast zijn ze vaker laagopgeleid, hebben ze een lager salaris en zijn ze vaker werkloos. 
Gepeste mannen hadden bovendien een kleinere kans op een relatie.

b Vijftien procent van de kinderen werd en wordt regelmatig gepest.

c Mensen die regelmatig worden gepest hebben kans op depressies, angststoornissen en suïcidale gedachtes, en ze zijn doorgaans minder tevreden met hun leven.

Slide 27 - Slide

Opdracht 8 nakijken
d De ‘andere factoren’ uit de titel gaat over de andere mogelijke oorzaken die ervoor zouden kunnen zorgen dat het met de gepeste personen minder goed ging.

e Louise Arseneault vindt dat dat idee moet worden losgelaten omdat pesten op lange termijn grote negatieve effecten heeft op kinderen.

f Eigen antwoord

Slide 28 - Slide

Opdracht 9 nakijken
  1. dat blijkt uit – reden, oorzaak, gevolg (inleiding)
  2. bijvoorbeeld – voorbeeld (alinea 1)
  3. en – opsomming (alinea 1)
  4. vervolgens – opsomming (alinea 2 het onderzoek)
  5. zowel … als – opsomming  (alinea 3 de effecten) 
  6. bovendien – opsomming  (alinea 3 de effecten) 
  7. en – opsomming  (alinea 3 de effecten) 
  8. in vergelijking met – vergelijking  (alinea 3 de effecten) 
  9. ook – opsomming (alinea 3 de effecten) 
  10. nadat – tijd (alinea 4 andere factoren)
  11. denk aan – voorbeeld (alinea 4 andere factoren)
  12. maar – tegenstelling (alinea 4 andere factoren)
  13. dus – conclusie (alinea 4 andere factoren)

Slide 29 - Slide

Huiswerkvragen maken
  • Maak de vragen op het oefenblad bij de tekst Waarom het verzetten van de klok ons tijdelijk minder productief maakt
  • Je krijgt voor deze vragen de rest van de les de tijd.
  • Deze vragen zijn huiswerk voor volgende les (woensdag).
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen!  

Slide 30 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 14 september
  • Huiswerk: leren p. 70, overzicht functiewoorden en p. 74 + maken vragen oefenblad
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, boek, schrift en pen
  • Programma: schrijfvaardigheid


Slide 31 - Slide