This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Pedagogiek week 4
Rekenproblemen en rekenstoornissen
Slide 1 - Slide
Inhoud en doelen
Wat is het ERWD protocol?
Wat is dyscalculie (3 soorten)
Hoe herken je een leerling met dyscalculie
Wat kun je als onderwijsassistent doen?
Slide 2 - Slide
Starter
Er wordt tot 60 geteld (om de beurt noem je het volgende getal)
Alle getallen die met 6 te maken hebben slaan we over. In plaats daarvan zeg je "blieb". Dit geldt ook voor getallen in de tafel van 6 (dus 6, 16, 26, maar ook 6, 12, 18)
Slide 3 - Slide
ERWD
Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen en Dyscalculie
Uitgangspunten ERWD-protocol:
op tijd signaleren en extra oefenen
zo min mogelijk leerlingen "van de methode halen". Minimaal tot en met groep 5 reguliere programma volgen
veel aandacht voor rekenen in groep 2 voorkomt problemen vanaf groep 4
Uitstroomniveau vrijwel alle leerlingen minimaal 1F (inzet 1S)
Slide 4 - Slide
Wat is dyscalculie
Dyscalculie is een rekenstoornis/probleem. Mensen met dyscalculie hebben hardnekkige problemen bij het aanleren en automatiseren van de basisvaardigheden van rekenen en wiskunde.
Slide 5 - Slide
Feiten
2-4% van alle kinderen
Zowel jongens als meisjes
Laag geboortegewicht, vroeggeboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap lijken invloed te hebben
Erfelijkheid
Comorbiditeit bij dyscalculie is hoog. Concrete voorbeelden hiervan zijn dyslexie en ADHD.
Samenhang tussen dyscalculie en dyslexie
Dyscalculie komt ongeveer even vaak voor als dyslexie
Vaststellen lang traject + voordelen?
Slide 6 - Slide
1. Visueel-ruimtelijke dyscalculie
Problemen met het plaatsen van cijfers in de getallenrij
Moeite met het plaatsen van grote getallen in kolommen, zodanig dat eenheden onder eenheden komen te staan, tientallen onder tientallen etc.
Hardnekkige problemen met het verkeerd opschrijven van grote getallen (plaatsverwisselingen)
Latere problemen met onderdelen waarbij ruimtelijk inzicht en kennis van ruimtelijke begrippen van belang is (meetkunde)
Slide 7 - Slide
0
10
Sleep de getallen op de juiste plaats in de getallenrij
timer
0:30
5
-5
25
30
15
20
Slide 8 - Drag question
2. Procedurele dyscalculie
Het vaak toepassen van een rekenaanpak die normaal is voor jongere kinderen (denk aan het op de vingers tellen)
Veel fouten in de uitvoering van rekenprocedures
Achterstand in het begrip van rekenprocedures
Moeite met de volgorde van de stappen die bij complexe berekeningen moeten worden uitgevoerd
Slide 9 - Slide
22 + 7 = ...
timer
0:05
A
92
B
29
Slide 10 - Quiz
Groepeerfouten
22 + 7 = 92
Cijfers worden omgedraaid, het moet 29 zijn.
Slide 11 - Slide
11 x 3 = ...
timer
0:05
A
33
B
14
Slide 12 - Quiz
Foute bewerkingen
11 x 3 = 14
Het verwarren van +, -, x en :
Slide 13 - Slide
52 +19 = ...
timer
0:05
A
61
B
71
Slide 14 - Quiz
Foute bewerkingen
52 + 19 = 61
52 + 9 = 61 + 10 = 71
De stap +10 wordt vergeten
Slide 15 - Slide
63 - 4 = ...
timer
0:05
A
61
B
59
Slide 16 - Quiz
Foute bewerkingen
63 - 4 = 61
De 3 en de 4 worden omgewisseld.
Dus
64 - 3 = 61
Slide 17 - Slide
3. Verbaal geheugen dyscalculie
Traag rekenen, waarbij eenvoudige sommetjes (optellen en aftrekken tot twintig en de tafels van vermenigvuldiging) niet geautomatiseerd zijn
Als de antwoorden uit het geheugen worden gehaald (niet worden berekend) worden er veel fouten gemaakt
De tijd die ze nodig hebben om het antwoord uit het geheugen te vinden is zeer wisselend (werkgeheugen)
Slide 18 - Slide
5 x 3 =...
timer
0:05
Slide 19 - Open question
4 + 5 =...
timer
0:05
Slide 20 - Open question
Hoe herken je dyscalculie bij leerlingen
Moeite met de plaats van getallen
Op de vingers tellen (hulpmiddel)
Geen basisvaardigheden aangeleerd in het langetermijngeheugen
Het niet in één keer kunnen overzien van kleine hoeveelheden
Slide 21 - Slide
Bij andere vakken:
Moeite met plannen
Moeite met de stapsgewijze aanpak
Maakt moeilijk de koppeling met eerder opgedane kennis
Problemen bij het vasthouden van instructies
Faalangst
Geen interesse in puzzelen en in activiteiten met tellen
Slide 22 - Slide
Hoe ga je hier als docent mee om in de klas?
Geef meer tijd om de som te maken
Lesstof duidelijk en geleidelijk opbouwen (drieslag- en handelingsmodel - EDI)
Herhaal de stof, maar gebruik daarbij een andere context en andere voorbeelden
Gebruik eventueel een tafelkaart
Ga in gesprek en inventariseer wat wel en niet werkt voor deze leerling
Geef complimenten en moedig de leerling aan. Ontwikkel zelfvertrouwen bij de leerling!