Dyscalculie

DYSCALCULIE 
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

DYSCALCULIE 

Slide 1 - Slide

Veerle
https://wijzeroverdebasisschool.nl/uitleg/rekenen-in-het-land-van-okt

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les: 
Je weet wat dyscalculie is

Je weet wat het protocol ERWD is en hoe deze op basisscholen wordt ingezet. 
Je gaat aan de slag met een casus

Je laat aan de hand van een voorbeeld zien hoe de vier hoofdlijnen in de rekenwiskundige ontwikkeling verloopt.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Neem er 1000 en tel er 50 bij op.
Tel er 1000 bij op.
Tel er nog eens 30 en dan 1000 bij op.
Tel er nog 20 bij op.

= Wat is het juiste antwoord?
A
4000
B
3100
C
2000
D
3500

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Dyscalculie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is dyscalculie? 
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term
voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden.

 In dit geval zijn dat problemen met het leren oproepen en toepassen van reken- en
wiskundekennis. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dyscalculie?!
Het cijfer drie wordt op verschillende manieren opgeslagen in de hersenen:
- Het woord drie;
- Het cijfer 3;
- De hoeveelheid 3.

Waar gaat het mis?!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hmm... Lastig!
 Deze drie aspecten bevinden zich in drie verschillende hersengebieden. 
Een van deze
drie speelt ook een rol bij dyslexie.
 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waar in je hersenen gebeurt het?
Bij rekenontwikkeling spelen verschillende delen van de hersenen een rol. 

Pariëtale kwab (boven- en achterzijde van de hersenen)
Belangrijk voor ruimtelijk inzicht en getalbegrip.
Helpt bij het inschatten van hoeveelheden en rekenen met getallen.

Frontale kwab (voorzijde van de hersenen)
Zorgt voor probleemoplossend denken en werkgeheugen.
Helpt bij het volgen van rekenregels en stap-voor-stap denken.

Temporaalkwab (zijkant van de hersenen)
Speelt een rol bij het begrijpen en onthouden van rekenfeiten.
Helpt bij het herkennen van rekentermen en symbolen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe slaat je brein "drie" op?

Je hersenen kunnen het cijfer drie op drie manieren onthouden:

Het woord "drie" → Dit gebeurt in het taalgebied van je hersenen.
Het cijfer "3" → Dit wordt herkend door het deel van je hersenen dat cijfers verwerkt.
De hoeveelheid drie → Dit zit in een ander deel van je hersenen dat hoeveelheden begrijpt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Waar kan het misgaan?

Soms werken deze onderdelen niet goed samen. Dit kan leiden tot verschillende problemen:

Je kent het woord "drie", maar herkent het cijfer 3 niet
→ Bijvoorbeeld bij dyscalculie (moeite met rekenen). Je snapt misschien hoeveel drie is, maar hebt moeite met cijfers.

Je ziet het cijfer 3, maar weet niet hoeveel het is
→ Dit kan gebeuren als je hersenen moeite hebben met hoeveelheden inschatten.

Je begrijpt hoeveel drie is, maar kunt het niet opschrijven of uitspreken
→ Dit kan voorkomen bij problemen met taal of motoriek. Bijvoorbeeld als iemand moeite heeft met praten of schrijven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een voorbeeld uit de klas

Kinderen spelen winkeltje, kind 1 bestelt 3 appels.

Je hoort "drie" en weet wat dat betekent (taal).
Je ziet een bordje met "3" erop en herkent het als een cijfer (visueel).
Je pakt automatisch drie appels zonder te tellen (hoeveelheid).
Als één van deze onderdelen niet goed werkt, kan dat verwarrend zijn. Bijvoorbeeld:

Het kind ziet het cijfer 3 op de kassa, maar weet niet dat het drie betekent.
Het kind kan wel tellen, maar niet goed opschrijven hoeveel het is.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt het dat leerlingen dyscalculie krijgen?
timer
2:00
A
Door te weinig oefenen met rekenen of getallen
B
Door weinig te lezen
C
Het is erfelijk bepaald bij de geboorte
D
Veel rekensommen te maken

Slide 14 - Quiz

Fatima:

Leerlingen met dyscalculie hebben dit vaak van hun ouders geërfd. Het is aangeboren. Denk eraan: als een leerling niet zo goed is in rekenen, betekent dit niet dat die persoon dyscalculie heeft. 


Wat zouden veel voorkomende gedragsproblemen kunnen zijn bij leerlingen met dyscalculie?
A
Een laag werktempo
B
Onzekerheid en faalangst
C
Getallen omkeren
D
Zwakker korte-termijn geheugen

Slide 15 - Quiz

Veerle:

- toelichten adhv eigen ervaringen

Anton Horeweg:
- leerstof doorzien en essentie herkennen
- moeite met plannen door slecht tijdsbesef
- informatie organiseren en oplossingen verzinnen
- passieve houding, gebrek aan motivatie
- instructie onthouden gaat lastig
- reflecteren niet op eigen werk omdat ze zichzelf niet goed kunnen controleren
Feiten over dyscalculie
  • 2-4% van alle kinderen
  • Zowel jongens als meisjes
  • Laag geboortegewicht, vroeggeboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap lijken invloed te hebben
  • Erfelijkheid
  • Comorbiditeit bij dyscalculie is hoog. Concrete voorbeelden hiervan zijn dyslexie en ADHD. ​
  • Samenhang tussen dyscalculie en dyslexie ​
  • Dyscalculie komt ongeveer even vaak voor als dyslexie
  • Vaststellen lang traject + voordelen?






Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ontluikende gecijferdheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Bekijk het bestand dat gedeeld is in de chat
(voeg dit document ook toe aan je portfolio)

Lees de kenmerken van dyscalculie bij de doelgroep waar jij mee werkt.
Schrijf op wat je herkent bij kinderen op jouw stageplek.





Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

ERWD protocol
Ernstige Reken - Wiskundeproblemen en Dyscalculie

Lees het protocol.

(zie ook de links op de volgende 2 pagina's )

Slide 21 - Slide

Het ERWD-protocol (Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie) is opgesteld door de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken-Wiskundeonderwijs (NVORWO) en het Expertisecentrum Nederlands, in samenwerking met andere deskundigen op het gebied van onderwijs en diagnostiek.

Waarom is het ERWD-protocol opgesteld?
Het protocol is ontwikkeld om scholen en leerkrachten handvatten te bieden bij het signaleren, diagnosticeren en begeleiden van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie. Het helpt bij:

Vroegtijdige signalering van rekenproblemen.
Gerichte ondersteuning en interventies voor leerlingen die moeite hebben met rekenen.
Duidelijke richtlijnen voor doorverwijzing naar gespecialiseerde hulp bij vermoeden van dyscalculie.
Het protocol zorgt ervoor dat leerlingen passende hulp krijgen en dat rekenproblemen niet onnodig verergeren. 

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Casus 1
In groep 6/7/8 van de basisschool heeft meester Tim gemerkt dat sommige van zijn leerlingen moeite hebben met meetkunde en ruimtelijk inzicht. Ze vinden het lastig om figuren te herkennen en te benoemen, en hebben moeite met het begrijpen van ruimtelijke relaties. Meester Tim besluit het 4 hoofdlijnenmodel van het ERWD-protocol toe te passen om deze leerlingen te ondersteunen.

Wat doet de meester bij elke stap?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Casus 2
In groep 3/4 van de basisschool heeft juf Anne gemerkt dat sommige van haar leerlingen moeite hebben met het rekenen met geld. Ze vinden het lastig om de waarde van munten en biljetten te begrijpen en hebben moeite met het tellen van geldbedragen. Juf Anne besluit het 4 hoofdlijnenmodel van het ERWD-protocol toe te passen om deze leerlingen te helpen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Casus 3
In groep 5 van de basisschool heeft meester Jan gemerkt dat sommige van zijn leerlingen moeite hebben met rekenen. Ze vinden het moeilijk om breuken te begrijpen en hebben moeite met het toepassen van vermenigvuldiging en deling. Meester Jan besluit het 4 hoofdlijnenmodel van het ERWD-protocol toe te passen om deze leerlingen te ondersteunen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Maak aantekeningen ...
We bespreken 4 vormen van dyscalculie
Beschrijf welke vormen dit zijn en wat de kenmerken zijn. 
Schrijf ook op wat je in de klas kunt doen

Voeg dit toe aan je portfolio, samen met de poster van van het ERDW-protocol en het artikel over dyscalculie

Beschrijf ook jouw ervaringen bij het land van okt

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

Fatima:

Benoemen dat er een soort, maar ook een combinatie van 1 of meer soorten plaatsvindt bij diagnose. 

1. Semantische geheugendyscalculie: Wanneer het voor iemand moeilijk is om de kennis over rekenen die eerder is aangeleerd op te roepen vanuit het langetermijngeheugen, wordt er gesproken van semantische geheugendyscalculie. 
2. Procedurele dyscalculie:
Kleine stapjes in het rekenen vergeten of worden deze stappen overgeslagen. Deze vorm is goed te herkennen doordat deze mensen gebruik blijven maken van methoden die meer geschikt zijn voor een beginnende rekenaar. Denk bijvoorbeeld aan het tellen op de vingers om een som op te lossen.
3. Visueel-ruimtelijke dyscalculie:
Kinderen met de visueel-ruimtelijke dyscalculie vinden het lastig om hoeveelheden op een goede manier te begrijpen. Ze weergeven getallen bijvoorbeeld verkeerd om (23 wordt 32) of spreken ze andersom uit. Daarmee in verband staat dat ze het moeilijk vinden om getallen in te delen in eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen etc. 
4. Getalkennisdyscalculie:
Wanneer er sprake is van getalkennisdyscalculie, is er gebrek aan basaal inzicht in getallen. De inhoud van een bepaald getal is voor deze kinderen onduidelijk (het symbool 2, betekent bijvoorbeeld 2 voorwerpen). Hierdoor hebben ze moeite met onderdelen zoals een dictee met getallen, het weten welke hoeveelheid bij een aantal voorwerpen past en meetkunde.
Getalkennis dyscalculie
  • Inhoud van een getal is onduidelijk (het symbool 2, betekent bijvoorbeeld 2 voorwerpen)
  • Moeite met onderdelen zoals een dictee met getallen, het weten welke hoeveelheid bij een aantal voorwerpen past en meetkunde. 
  • Moeite met vergelijken of ordenen van getallen


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

0
10
Sleep de getallen op de juiste plaats in de getallenrij
timer
0:30
5
-5
25
30
15
20

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

 Visueel-ruimtelijke dyscalculie
  • Verkeerd uitspreken van getallen (32 - 23).​
  • Hardnekkige problemen met het verkeerd opschrijven van grote getallen (plaatsverwisselingen)​
  • Latere problemen met onderdelen zoals ruimtelijk inzicht


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de volgende getallen op:
timer
1:00

Slide 32 - Slide

Getallen met veel nullen en cijfers in verschillende posities
Laat de studenten deze getallen correct opschrijven nadat je ze hardop voorleest:

1002043    1 miljoen 2duizend 43
7030506    7 miljoen 30duizend  506
80900107   80 miljoen 900.107
4005067009 4 miljard 5 miljoen 67009
Procedurele dyscalculie
  • Het vaak toepassen van een rekenaanpak die normaal is voor jongere kinderen (denk aan het op de vingers tellen)​
  • Veel fouten in de uitvoering van rekenprocedures​
  • Achterstand in het begrip van rekenprocedures​
  • Moeite met de volgorde van de stappen die bij complexe berekeningen moeten worden uitgevoerd
  • Door goede begeleiding op de basisschool kan een groot deel van de rekenachterstand worden teruggedrongen.




Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Foute bewerkingen
52 + 19 = 61
Wat kan hier fout zijn gegaan?


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Groepeerfouten
22 + 7 = 92

Wat gaat hier fout?


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Foute bewerkingen
63 - 4 = 61

Wat gaat hier fout?


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Foute bewerkingen
11 x 3 = 14

En hier?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

 Semantisch geheugen dyscalculie
  • Traag rekenen, waarbij eenvoudige sommetjes (optellen en aftrekken tot twintig en de tafels van vermenigvuldiging) niet geautomatiseerd zijn​
  • Als de antwoorden uit het geheugen worden gehaald (niet worden berekend) worden er veel fouten gemaakt​
  • De tijd die ze nodig hebben om het antwoord uit het geheugen te vinden is zeer wisselend (werkgeheugen)





Slide 38 - Slide

This item has no instructions

5 x 3 =...
timer
0:05

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

4 + 5 =...
timer
0:05

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

siFatima:

Dyscalculie kan je aan de volgende dingen herkennen:

- De leerling heeft moeite met het aanleren van getallen en het automatiseren van rekenfeiten; hij/zij kent bijvoorbeeld nog steeds de tafels niet en simpele sommen zijn vaak al teveel gevraagd.
- De leerling telt nog steeds op zijn/haar vingers of gebruikt andere niet-functionele strategieën.
- De leerling heeft moeite met het inschatten en/of lezen van digitale en/of analoge tijd.
- De leerling heeft moeite met het aanleren, onthouden en toepassen van oplossingsprocedures.
- De leerling heeft moeite met richtingbepaling (bijvoorbeeld een kaart lezen).
- De leerling heeft moeite met ruimtelijk inzicht.
- De leerling haalt cijfers in grote getallen door elkaar (bijvoorbeeld: 34 vs. 43).

Om zeker te zijn dat iemand dyscalculie heeft, kan die persoon aangemeld worden voor een screening naar dyscalculie. 



Bij andere vakken:
  • Moeite met plannen​
  • Moeite met de stapsgewijze aanpak​
  • Maakt moeilijk de koppeling met eerder opgedane kennis​
  • Problemen bij het vasthouden van instructies​
  • Faalangst​
  • Geen interesse in puzzelen en in activiteiten met tellen








Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je hier als docent mee om in de klas?
  • Geef meer tijd om de som te maken​
  • Lesstof duidelijk en geleidelijk opbouwen (drieslag- en handelingsmodel - EDI)
  • Herhaal de stof, maar gebruik daarbij een andere context en andere voorbeelden​
  • Gebruik eventueel een tafelkaart​
  • Ga in gesprek en inventariseer wat wel en niet werkt voor deze leerling​
  • Geef complimenten en moedig de leerling aan. Ontwikkel zelfvertrouwen bij de leerling!​





Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

Veerle:

- Dyscalculie was nog geen erkende leerstoornis: geen extra begeleiding.
- Wiskundetoets met het boek erbij houden: een 6!

Slide 45 - Video

This item has no instructions